Inhoudsopgave
Wat betekent levensgemeenschappen?
Alle dier- en plantensoorten die op eenzelfde plaats leven en op een of andere manier (in)direct van elkaar afhankelijk zijn, noemen we een levensgemeenschap. Organismen kunnen elkaar bijvoorbeeld nodig hebben als voedsel of als woonplaats.
Wat is het verschil tussen een levensgemeenschap en een ecosysteem?
Een levensgemeenschap in combinatie met het biotoop of de abiotische factoren van een gebied wordt een ecosysteem genoemd. Het uit planten bestaande deel van de levensgemeenschap heet plantengemeenschap of fytocoenose.
Wat is de betekenis van biotoop?
Een biotoop (Gr: βιος (bios) – leven, τοπος (topos) – plaats) is een gebied met een uniform landschapstype (ecotoop) waarin een bepaalde levensgemeenschap met organismen kan gedijen. Een biotoop kan een habitat zijn van verschillende soorten.
Wat is de taak van de Reducenten?
Reducenten of destruenten zijn micro-organismen (bacteriën, lagere schimmels) die de door detrivoren verteerde organische stof verder afbreken en omzetten in anorganische stoffen: koolstofdioxide, water en anorganische voedingszouten.
Wat is het verschil tussen de organisatieniveau levensgemeenschap en ecosysteem?
Een ecosysteem is het totaal van de populaties in een bepaald duidelijk begrensd gebied. emergente eigenschappen: bijv. biodiversiteit en complexiteit. levensgemeenschap: alle organismen die in een ecosysteem leven.
Wat is een biotoop dier?
Een biotoop is de biologische, natuurlijke leefruimte met min of meer dezelfde leefomgeving. Hierin kan een plant of dier leven en zich voor planten. Een biotoop is enigszins begrensd en is een homogeen groei- of woongebied.
Hoe noemt men een natuurlijke levensruimte van een plant of dier?
(Natuurlijke levensruimte) Een min of meer begrensd gebied. Bijv. een natuurlijke streek zoals fruitboomgaard, aardappelperceel, bos, heide of slootkant waarin een bepaald type levensgemeenschap van planten en dieren huist.
Waar leven reducenten van?
De bacteriën en schimmels. Voeden zich door de overgebleven dode resten van organische materiaal. De reducenten zetten organische stoffen om in anorganische stoffen die weer kunnen worden opgenomen door de groene planten in het ecosysteem.