Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met alleen de stam van het werkwoord, de stam + t of het hele werkwoord. Meestal kun je goed horen wat je moet schrijven. Alleen als de stam op een d eindigt, moet je goed opletten, bijvoorbeeld met vinden.

Wat zijn de regels voor werkwoordspelling?

Is het onderwerp ‘ik’, dan noemen we dat eerste persoon en dan is de persoonsvorm gelijk aan de stam. Dus: ‘ik word’, en ‘ik loop’, ‘ik verhuis’ en ‘ik facebook’. De regel is dat een stam die op een z of een v eindigt, in de persoonsvorm een s of een f krijgt, omdat een Nederlands woord nooit eindigt op een z of een v.

Welk trucje gebruik je als je werkwoorden in de tegenwoordige tijd juist wilt spellen?

Hieronder lees je de stappen bij het juist spellen van de werkwoorden. De persoonsvorm vind je door de zin in een andere tijd te zetten. Het woord dat verandert is de persoonsvorm….Werkwoorden in de tegenwoordige tijd (stamregel 1)

Persoonsvorm enkelvoud
ik werk, fiets, gooi, luister
zij,ze werken, fietsen, gooien, luisteren

Hoe vervoeg je de tegenwoordige tijd?

Indien je deze toch wilt gebruiken gelden de volgende regels: In de tegenwoordige tijd vervoeg je het werkwoord zoals bij “u”, dus stam + ’t’. Bijvoorbeeld: “Gij wordt” en “Wordt gij?” In de verleden tijd vervoeg je het werkwoord ook zoals bij “u”, maar schrijf je er nog een ’t’ achter.

Hoe schrijf je een persoonsvorm?

De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken of door de zin in een andere tijd te zetten. De afkorting van de persoonsvorm is; pv. Controleer door de woorden “om te” voor de persoonsvorm te zetten.

Hoe leg je verleden tijd uit?

In de verleden tijd geldt: ik-vorm + te, dus ontmoet + te. Veel taalmethodes zeggen dat de stam het werkwoord min “-en” is. Dat is niet altijd hetzelfde als de ik-vorm (hoeven: stam = hoev, ik-vorm = hoef; grazen: stam = graz, ik-vorm = graas). Andere bronnen beweren dat stam en ik-vorm hetzelfde zijn.

Is een voltooid deelwoord altijd met een d?

Of het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t, wordt bepaald door de slotklank van de stam. De stam van een werkwoord vinden we door -en van de infinitief af te nemen. Als die klank een stemloze medeklinker is, dan is de verledentijdsuitgang -te(n) en de uitgang van het voltooid deelwoord -t.

Wat is de regel van verleden tijd?

Welke Persoonsvormen gebruik je als het werkwoord een infinitief is?

De infinitief is de onbepaalde wijs van een werkwoord, ofwel de vorm die niet vervoegd is naar persoon (dat is namelijk de persoonsvorm) of tijd (voltooid of tegenwoordig deelwoord). Voor de infinitief kan je altijd “om te” zeggen: om te lopen, om te fietsen, om te dansen.

Wat is een passend werkwoord?

Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Het werkwoord past zich altijd aan aan het onderwerp van de zin; als het onderwerp in de eerste persoon enkelvoud staat, moet het werkwoord dat ook zijn. Dit verschijnsel heet congruentie.

Hoe vervoeg je avoir?

Vervoeging van avoir

  • j’ai.
  • tu as.
  • il/elle a.
  • nous avons.
  • vous avez.
  • ils/elles ont.

Wat is de tegenwoordige tijd van vind?

Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd

Onderwerp Persoonsvorm Voorbeeld
hij/zij/het ik-vorm + t hij vindt
wij hele werkwoord wij vinden
jullie hele werkwoord jullie vinden
zij hele werkwoord zij vinden

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven