Inhoudsopgave
Wat mij of dat mij?
In de spreektaal wordt naar het-woorden ook met wat verwezen: het boek wat ik gelezen heb, een idee wat mij plotseling inviel. In schrijftaal heeft dat echter de voorkeur.
Wat en dat uitleg?
Bepaald of onbepaald zelfstandig naamwoord Het woord ‘dat’ wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen ‘wat’. Dit leidt bijvoorbeeld tot de volgende zinnen: Het boek dat hij heeft gekocht, heeft een blauwe kaft.
Wat of dat gebruiken?
Je gebruikt meestal ‘wat’ als het woord volgt op een onbepaald woord (iets, niets, het enige, datgene) of een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig wordt gebruikt (het mooie, het leukste, het bijzondere) of als het woord verwijst naar een rangtelwoord (het eerste). Je kunt hier ook ‘dat’ gebruiken.
Wat dat nederlands?
Wat of dat worden voornamelijk gebruikt in onderstaande situaties: 1) Wanneer het woord volgt op een onbepaald woord, bijvoorbeeld iets, niets en alles: ‘Huilen is iets wat/dat ik nooit zou doen. ‘ 2) Wanneer het woord volgt op een rangtelwoord, bijvoorbeeld eerste en tweede: ‘Het eerste wat/dat ik wil vertellen …’
Wat of dat Verwijswoord?
Het verwijswoord ‘wat’ gebruik je in deze gevallen: Als het verwijst naar woorden als ‘iets’, ‘niets’, ‘alles’, ‘dat’ en ‘datgene’: Ik vind alles wat in de etalage ligt mooi. Dat zijn woorden als ‘mooiste’, ‘leukste’, ‘vervelendste’ en ‘heftigste’.
Wat of dat betrekkelijk?
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een woord dat eerder is genoemd, zoals die en dat. De tweede zin, die begint met het betrekkelijk voornaamwoord, noem je de betrekkelijke bijzin. Ook kan het voornaamwoord wat verwijzen naar een zin die daarvoor staat.
Wat en dat taaladvies?
Wat en dat zijn allebei mogelijk na woorden zoals alles, al, enige, iets, niets, veel, weinig, na het + een overtreffende trap en in vraagzinnen met het vragend voornaamwoord wat. Veel taalgebruikers hebben in combinatie met alles en al een voorkeur voor wat.
Welke dat wat?
Welk(e) wordt meestal niet-zelfstandig gebruikt. Het wordt dan gevolgd door een zelfstandig naamwoord. Het gebruik van welk als zelfstandig vragend voornaamwoord is niet voor iedereen aanvaardbaar. In de standaardtaal kunt u welk in dit soort zinnen dus het best vermijden, en in de plaats daarvan wat gebruiken.
Wat dat die welke?
Welk en welke worden gewoonlijk met een zelfstandig naamwoord gecombineerd: na welk volgt een het-woord; na welke een de-woord of een meervoudig woord. Op wat volgt geen zelfstandig naamwoord.
Wat dat Verwijswoord?
Is het die of dat?
Verwijs je naar een de-woord of een meervoud, dan is deze of die juist. Verwijs je naar een het-woord of naar iets onbepaalds, dan is dit of dat juist.
Wat of dat bij je past?
Iets wat en iets dat zijn allebei juist in een zin als ‘Is er nog iets wat/dat ik moet weten? ‘ Sommige mensen vinden iets wat iets beter, omdat het om iets onbepaalds gaat.