Inhoudsopgave
- 1 Hebben vervoegen in Duits?
- 2 Zouden vervoegen Duits?
- 3 Hebben Duits verleden tijd?
- 4 Zullen Duits werkwoord?
- 5 Zullen Duits rijtje?
- 6 Zullen TT Duits?
- 7 Hebben in verleden tijd?
- 8 Zou vorm van sein?
- 9 Zullen vervoegen in Duits?
- 10 Hebben voltooid deelwoord Duits?
- 11 Kunnen Duits verleden tijd?
- 12 Wat is het voltooid deelwoord van SEIN in het Duits?
- 13 Kunnen WW Duits?
- 14 Welke werkwoorden zijn er in het Duits?
- 15 Wat zijn de belangrijkste werkwoorden in de Duitse grammatica?
Hebben vervoegen in Duits?
Duits/Grammatica/Werkwoorden/HabenSeinWerden
| haben (hebben) | sein (zijn) | |
|---|---|---|
| ich | habe | bin |
| du | hast | bist |
| er/sie/es/man | hat | ist |
| wir | haben | sind |
Zouden vervoegen Duits?
worden / zullen = werden
| verleden tijd van werden met de betekenis ZULLEN: | ||
|---|---|---|
| ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie | würde würdest würde würden würdet würden | ik zou jij zou hij/zij/het zou wij zouden jullie zouden zij zouden/u zou |
Waren Duits vervoegen?
Ik was → ich war.
Hebben Duits verleden tijd?
Hebben – Haben – Talennet Duits.
Zullen Duits werkwoord?
– werden , sollen
| zullen (ww.) | werden (ww.) ; sollen (ww.) |
|---|---|
| zullen (werkw.) | werden |
Hoe vervoeg je het werkwoord sein?
Vervoeging van sein
- ich bin.
- du bist.
- er/sie/es ist.
- wir sind.
- ihr seid.
- sie sind.
Zullen Duits rijtje?
Hij/zij/het/men wordt / zal: er/sie/es/man wird. Wij worden / zullen: wir werden. Jullie worden / zullen: ihr werdet. Zij worden / zullen: sie werden.
Zullen TT Duits?
Zullen – Sollen
| Infinitief | der Infinitiv |
|---|---|
| jij zal | du sollst |
| hij / zij / het zal | er / sie / es soll |
| wij zullen | wir sollen |
| jullie zullen | ihr sollt |
Hoe kun je jullie in het Duits vertalen?
jullie → ihr, euch, euer, euere. jullie → Ihr, euch, Sie, Ihnen, ihr, du, euer, eure, Ihre.
Hebben in verleden tijd?
hebben/vervoeging
| vervoeging van het werkwoord hebben | ||
|---|---|---|
| tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
| u | hebt heeft | had |
| gij, ge | hebt | hadt |
| hij, zij, het | heeft | hadden |
Zou vorm van sein?
Deze vormen van het het werkwoord kom je vaak tegen in kranten en kun je dagelijks horen in bijv….Konjunktiv 1.
| voorbeeld: sein | ||
|---|---|---|
| ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie | sei seiest sei seien seiet seien | ik zou zijn jij zou zijn hij/zij/het zou zijn wij zouden zijn jullie zouden zijn zij zouden zijn // u zou zijn |
Wat is de stam van haben?
Verleden tijd van sein, haben, werden
| v.t. ‘sein’ | v.t. ‘haben’ | |
|---|---|---|
| ich (= ik) | war | hatte |
| du (= jij) | warst | hattest |
| er (= hij) | war | hatte |
| wir (= wij) | waren | hatten |
Duits/Grammatica/Werkwoorden/HabenSeinWerden
| haben (hebben) | werden (worden/zullen) | |
|---|---|---|
| du | hast | wirst |
| er/sie/es/man | hat | wird |
| wir | haben | werden |
| ihr | habt | werdet |
Zullen vervoegen in Duits?
Het werkwoord werden: hoe moet je deze vervoegen?
- Ik word / ik zal: ich werde.
- Jij wordt / zal: du wirst.
- Hij/zij/het/men wordt / zal: er/sie/es/man wird.
- Wij worden / zullen: wir werden.
- Jullie worden / zullen: ihr werdet.
- Zij worden / zullen: sie werden.
- U wordt / zal: Sie werden.
Hebben voltooid deelwoord Duits?
Voltooid deelwoord van sein, haben, werden
| sein | haben | |
|---|---|---|
| ich (= ik) | bin gewesen | habe gehabt |
| du (= jij) | bist gewesen | hast gehabt |
| etc. | etc. | etc. |
Zullen WW Duits?
zullen (ww.) werden (ww.) ; sollen (ww.)
Tegenwoordige tijd (Präsens)
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| ich bin | ik ben |
| du bist | jij bent |
| er/ sie/ es ist | hij/ zij/ het is |
| wir sind | wij zijn |
Kunnen Duits verleden tijd?
– Sie ist krank gewesen….kunnen = können.
| verleden tijd | ||
|---|---|---|
| ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie | konnte konntest konnte konnten konntet konnten | ik kon jij kon hij/zij/het kon wij konden jullie konden zij konden/u kon |
Wat is het voltooid deelwoord van SEIN in het Duits?
Sein (zijn) ‘ Het voltooid deelwoord hierbij is gewesen . Je krijgt hierbij dan als persoonsvorm gewoon de verleden tijd, zoals bij ‘Du warst gewesen’.
Hoe vervoeg je onregelmatige werkwoorden in het Duits?
Werkwoorden | onregelmatig
| o.t.t. | o.v.t. | |
|---|---|---|
| er/sie/es | soll | sollte |
| wir | sollen | sollten |
| ihr | sollt | solltet |
| sie/Sie | sollen | sollten |
Kunnen WW Duits?
kunnen = können – Das habe ich nie gut gekonnt.
Welke werkwoorden zijn er in het Duits?
In het Duits zijn er drie soorten werkwoorden, namelijk zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden.
Wat is een complete vervoeging in de Duitse grammatica?
Duitse grammatica: complete vervoeging sein, haben en werden. Dit artikel behandelt de vervoeging van de belangrijkste drie werkwoorden in de Duitse grammatica: sein, haben en werden (= zijn, hebben en zullen/worden).
Wat zijn de belangrijkste werkwoorden in de Duitse grammatica?
Dit artikel behandelt de vervoeging van de belangrijkste drie werkwoorden in de Duitse grammatica: sein, haben en werden (= zijn, hebben en zullen/worden). Hierbij komt zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd van het werkwoord in het Duits aan bod. Ook staan we stil bij het voltooid deelwoord en de gebiedende wijs.