Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie?

Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie?

Dit is het proces waarbij DNA wordt aflezen en hierdoor een complementaire RNA-kopie wordt gemaakt. Translatie. Dit is het proces waarbij RNA wordt afgelezen en hierdoor eiwit wordt gemaakt.

Wat gebeurt er tijdens transcriptie?

Tijdens de transcriptie wordt de volgorde van nucleotiden in het DNA afgelezen door een enzym genaamd RNA-polymerase. Dit enzym produceert dan een enkelstrengse, complementaire RNA-keten. Deze RNA-keten is in wezen een kopie van een stuk DNA, en wordt het RNA-transcript genoemd.

Hoe wordt RNA afgelezen?

Het mRNA wordt in de cel afgelezen door ribosomen (grote complexen van RNA en eiwitten) met behulp van transfer RNA (tRNA)-moleculen die helpen om de aminozuren in de juiste volgorde aan te dragen. Het ribosoom koppelt deze aminozuren aan elkaar tot een polypeptide. Dat proces heet translatie.

Welke streng wordt afgelezen?

Het proces, dus het produceren van het transcript, heet de transcriptie. De genetische code ligt op de coderende streng van het DNA. Hier tegenover ligt de matrijsstreng, ook wel de niet-coderende streng. Deze mattrijsstreng vormt de mal waartegen het m-RNA wordt gemaakt.

Wat ontstaat er bij translatie?

De translatie is het biologische proces waarbij de eiwitcoderende sequentie van een mRNA-molecuul gebruikt wordt voor de synthese van een eiwit. De volgorde van nucleotiden, opgeslagen in een mRNA-streng, wordt tijdens de translatie vertaald naar een volgorde van aminozuren.

Welk verschil is er tussen de Basenparing bij transcriptie en translatie?

Bij transcriptie wordt DNA gekopieerd tot RNA. Tijdens translatie wordt dit RNA afgelezen en ontstaat er een aminozuur keten met een volgorde die complementair is aan de RNA streng.

Wat gebeurt er bij translatie?

Wat is een complementaire streng?

De complementaire streng van de coderende streng is de matrijsstreng. Het RNA-polymerase gebruikt de matrijsstreng voor de productie van m-RNA. De genetisch code die het m-RNA bevat is gelijk aan de code van de coderende streng en kan dan ook gezien worden als een kopie van de coderende streng.

Welke producten zijn nodig voor de translatie?

Voor translatie zijn 4 hoofdrolspelers nodig.

  • m-RNA: Het m-RNA is na transcriptie van het DNA in de celkern gemaakt.
  • t-RNA: Het transfer RNA bevindt zich in het cytoplasma.
  • De ribosomen: De ribosomen bevinden zich vrij in het cytoplasma, of gebonden aan het endoplasmatisch reticulum.

Welk aminozuur wordt gebruikt bij het lezen van het Startcodon?

Het startcodon codeert altijd voor methionine in eukaryoten en een aangepaste vorm van methionine, N-Formylmethionine (fMet), in prokaryoten. Bij prokaryoten wordt transfer RNA (tRNA) gebruikt bij de start.

Hoe herken je coderende streng?

De coderende streng heeft dezelfde nucleotidenvolgorde als het mRNA (behoudens het gebruik van uracil in plaats van thymine) en de template-streng heeft de complementaire volgorde. RNA polymerase leest de template streng in 3’–>5′-richting. Het messenger-RNA wordt dus in de 5’–>3′-richting verlengd.

Welke structuren zijn betrokken bij translatie?

De translatie speelt zich af in het ribosoom en verloopt aan de hand van transfer-RNA (tRNA). Het tRNA brengt een bepaald aminozuur naar een groeiende polypeptideketen. De overdracht vindt plaats met behulp van triplets van nucleotiden, doordat elk van deze triplets is gebonden aan een aminozuur.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven