Hoe deel je breuken door hele getallen?

Hoe deel je breuken door hele getallen?

Een breuk delen door een heel getal (bovenbouw)

  1. Vergroot de breuk. Maak eerst van de breuk een heel getal.
  2. Vergroot het hele getal. Als je de breuk hebt vergroot, moet je het hele getal ook met hetzelfde getal vergroten.
  3. Reken de som uit. Je hebt de som nu gemakkelijker gemaakt.

Hoe reken je breuken uit groep 7?

Heel getal + breuk vermenigvuldigen met een heel getal + breuk (twee gemengde breuken)

  1. Zet de hele getallen om in stukken zo groot als de noemer van de breuk die er direct naast staat (heel getal x noemer);
  2. Tel de teller hierbij op;
  3. Maak de keer som;
  4. Haal de helen er uit;
  5. Vereenvoudig het antwoord.

Hoe moet je breuken vermenigvuldigen en delen?

Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn. Voor delen geldt: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde (van die breuk).

Wat is het verschil tussen breuken en delen?

Een breuk of gebroken getal is de onuitgewerkte deling van een geheel getal, de zogeheten teller, door een ander geheel getal, de noemer. De teller telt het aantal door de noemer genoemde geheeltallige delen. Beschouwt men de breuk als deling, dan is de teller het deeltal en de noemer de deler.

Hoe tel je een breuk bij elkaar op?

Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn.

Hoe moet je wortels bij elkaar optellen?

Wortels optellen gaat meestal niet. Je kunt alleen maar gelijksoortige wortels optellen. Dus wortels waarbij hetzelfde getal onder het wortelteken staat. Vaak moet je wortels eerst vereenvoudigen voordat je ze op kan tellen.

Wat is een breuk rekenen?

Een breuk of gebroken getal is de onuitgewerkte deling van een geheel getal, de zogeheten teller, door een ander geheel getal, de noemer. De teller telt het aantal door de noemer genoemde geheeltallige delen. Tussen de teller en de noemer staat een streep: de breukstreep.

Hoe doe je het delen van een breuk?

Het delen van een breuk door een breuk kan eerst wat verwarrend overkomen, maar is in wezen reuze eenvoudig. Het enige dat je hoeft te doen is het omkeren van de onderste of tweede breuk, om vervolgens beide breuken met elkaar te vermenigvuldigen!

Hoe kun je de breuk uitrekenen?

Als je van het eerste getal een breuk hebt gemaakt kun je de som uitrekenen. Dit kun je doen door de deelsom te veranderen in een keersom. Hiervoor moet je de getallen van de tweede breuk omdraaien. Daarna kun je de keersom uitrekenen door de denken aan de regel: teller x teller, noemer x noemer. Denk aan het vereenvoudigen.

Wat is het getal delen door breuk?

Een getal delen door een breuk is hetzelfde als het getal vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk. Een breuk delen door een breuk is hetzelfde als de breuk vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.

Wat is het omgekeerde van een breuk?

Het omgekeerde van een breuk is wat het zegt, eenvoudig het verwisselen van de teller en de noemer. Zo meteen gaan we breuken delen door breuken middels de vermenigvuldiging met het omgekeerde van de noemer, maar nu bekijken we eerst een paar omgekeerden van breuken: Het omgekeerde van 3/4 is 4/3. Het omgekeerde van 7/5 is 5/7.

Hoe deel je twee breuken door elkaar?

Twee breuken op elkaar delen is hetzelfde als de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk te vermenigvuldigen. De eerste stap is daarom om het omgekeerde van de tweede breuk te bepalen (waarbij de teller en de noemer van plaats gewisseld zijn). Daarna vermenigvuldig je de twee tellers.

Hoe maak je een gemengd getal?

Het antwoord bestaat uit de nieuwe teller, waarbij de noemer hetzelfde blijft.

  1. Om 1 1/2 om te zetten naar een gemengd getal vermenigvuldig je eerst het gehele getal 1 met de noemer 2, en tel je het product op bij teller.
  2. Om 2 3/4 om te zetten naar een gemengd getal vermenigvuldig je het gehele getal 2 met de noemer 4.

Hoe zet je breuken om naar een gemengd getal?

Om een onechte breuk om te rekenen naar een gemengd getal (met een breuk en een heel getal, zoals 2 3/4), deel je de teller door de noemer. Schrijf het gehele deel van het antwoord naast een breuk, met de rest in de teller en de oorspronkelijke noemer eronder — je hebt nu een gemengde breuk!

Hoe maak je een gemengde breuk?

Je vervangt dus het deelteken door een maalteken en je verwisselt de teller en de noemer van de tweede breuk. Je kunt daarna de tellers met elkaar vermenigvuldigen en de noemers met elkaar vermenigvuldigen (’teller maal teller gedeeld door noemer maal noemer’).

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven