Inhoudsopgave
Was geweest of ben geweest?
Alleen de tweede zin – met was geweest – geldt als standaardtaal. In het Standaardnederlands wordt geweest met (een vorm van) het hulpwerkwoord zijn gecombineerd: ‘Ik stond in de file, anders was ik wel eerder thuis geweest. ‘
Hebben zijn verleden tijd?
Bij overgankelijk gebruik worden deze werkwoorden met hebben vervoegd, bij onovergankelijk gebruik met zijn. Als de handeling zelf centraal staat, dan worden deze werkwoorden met hebben vervoegd. Als de verandering van plaats of de richting (met het te bereiken doel) centraal staat, dan worden ze met zijn vervoegd.
Hebben en zijn gebruik?
Gebruik hebben bij een activiteit, zoals in 1a. Gebruik zijn bij een situatie, zoals in 2a. Gebruik hebben als er een lijdend voorwerp staat, zoals mij in 1b. Gebruik zijn als er geen lijdend voorwerp staat, zoals in 2b.
Hebben zijn en worden?
Er zijn verschillende soorten hulpwerkwoorden; het bekendst zijn de hulpwerkwoorden van tijd (zijn en hebben), die gebruikt worden om de voltooide tijd te vormen, en de hulpwerkwoorden van de lijdende vorm (zijn en worden), waarmee de lijdende vorm (passieve vorm) wordt gevormd.
Was ik of ben ik?
Juist is: ‘Ik, die hier al de hele dag ben, ga nu naar huis. ‘ De bijzin ‘die hier al de hele dag ben’ heeft als onderwerp die. Omdat die terugverwijst naar het woord ik, dat een eerste persoon enkelvoud is, staat de persoonsvorm ook in de eerste persoon enkelvoud: vandaar dat ben juist is.
Waren of zijn?
zijn/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zijn | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
u | bent is | was |
gij, ge | zijt | waart |
hij, zij, het | is | waren |
Hebben gehad of hadden gehad?
hebben/vervoeging
vervoeging van het werkwoord hebben | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
hij, zij, het | heeft | had |
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | |
hebbend | hebben gehad |
Hebben en zijn perfectum?
Bij de meeste werkwoorden gebruik je hebben. Zijn gebruik je bij de werkwoorden aankomen, beginnen, blijven, gaan, gebeuren, komen, worden en zijn. Bij werkwoorden van beweging gebruik je hebben als het om de beweging gaat en zijn als het om een richting gaat.
Hebben en zijn theorie?
De PV is een vorm van een hulpwerkwoord van tijd en de VR is een voltooid deelwoord. Anders dan in het Engels (dat alleen één hulpwerkwoord van tijd kent), bestaan er in het Nederlands twee hulpwerkwoorden van tijd, nl. “hebben” en “zijn”.
Hebben en zijn Duits?
Duits/Grammatica/Werkwoorden/HabenSeinWerden
haben (hebben) | sein (zijn) | |
---|---|---|
du | hast | bist |
er/sie/es/man | hat | ist |
wir | haben | sind |
ihr | habt | seid |
Heb je vergeten of ben je vergeten?
Als vergeten de betekenis ‘niet meer weten’, ‘zich niet meer herinneren’ heeft, is de vervoeging met zijn gangbaar. Mijn man is vergeten wat hij allemaal moet doen.
Heb ik vergeten of ben ik vergeten?
Wat is juist: ‘Ik heb zijn naam vergeten’ of ‘Ik ben zijn naam vergeten’? ‘Ik ben zijn naam vergeten’ heeft de voorkeur. Het werkwoord vergeten heeft twee betekenissen: ‘iets niet meer weten, je iets niet meer herinneren, ergens niet aan gedacht hebben’ en ‘verzuimen iets te doen, verzuimen iets mee te nemen/brengen’.