Inhoudsopgave
Hoe gebruik je echter in een zin?
Echter kan gebruikt worden als eerste woord van een zin, om een tegenstelling met de vorige zin uit te drukken. Het staat dan in de zogeheten aanloop en valt buiten de eigenlijke zin. Na de komma komt altijd eerst het onderwerp en dan pas het vervoegde werkwoord.
Hoe gebruik je des te?
In zinnen met des te is zowel de volgorde onderwerp + persoonsvorm als de omgekeerde volgorde (persoonsvorm + onderwerp) gebruikelijk. (1a) Hoe langer ik ernaar kijk, hoe mooier ik het ga vinden. (1b) Hoe langer ik ernaar kijk, hoe mooier ga ik het vinden. (2a) Hoe langer ik ernaar kijk, des te mooier ik het ga vinden.
Hoe schrijf je echter?
Echter is een formeel, stijf woord. Daarom krijgt maar vaak de voorkeur. Een ander verschil is dat maar een voegwoord is en echter een bijwoord. Dat heeft gevolgen voor de woordvolgorde in zinnen met maar en echter.
Kan echter midden in een zin?
Echter staat meestal in het midden van de zin, na de persoonsvorm. Een zin kan ook beginnen met echter om een tegenstelling aan te geven. Na echter volgt een leespauze, in geschreven taal weergegeven door een komma, en er treedt geen inversie op.
Hoe des te onze taal?
Beide zinnen zijn juist: hoe hoe en hoe des te passen hier allebei prima. Dat geldt zeker voor zinnen zonder persoonsvorm.
Hoe schrijf je des te meer?
In des te meer, eens te meer, (een) reden te meer (om) en zoveel te meer wordt te meer wel als twee woorden geschreven. In deze gevallen is meer op te vatten als een echte vergrotende trap (vergelijk des te beter en zoveel te beter).
Waar plaats ik echter?
Echter staat meestal in het midden van de zin, na de persoonsvorm. Een zin kan ook beginnen met echter om een tegenstelling aan te geven. Na echter volgt een leespauze, in geschreven taal weergegeven door een komma, en er treedt geen inversie op. (1b) Hartelijk dank voor uw reactie.