Inhoudsopgave
Wat is een lust?
Lust is het verlangen om een behoefte te bevredigen. Vaak wordt het in beperkte zin gebruikt voor het seksueel verlangen. Wanneer het om iets anders gaat dan een seksueel verlangen hebben wordt er vaak een woord voorgeplaatst, zoals; eetlust, werklust, enzovoorts. Ook hierbij gaat het om seksuele lust.
Hoe schrijf je lust?
de lust
| Uitspraak: | [lʏst] |
|---|---|
| Verbuigingen: | lusten (meerv.) |
Wat betekent de uitdrukking Lust je nog peultjes ‘?
Spreekwoorden: (1914) Lustje (of moetje) nog boontjes (of peultjes)? d.w.z. Heb je nog iets te zeggen of te vragen? Was er nog iets?
Wat betekent Wellustigheid?
Wellustigheid definities naamw. (v.) Verbuigingen: wellustigheden het wellustig zijn, het zingenot, de genotzucht Bron: WikiWoordenboek.
Wat is het verschil tussen lust en liefde?
Lust gaat louter om een seksuele interesse, liefde gaat over een interesse om een persoon beter te leren kennen in al zijn facetten (en op lange termijn). Lust laat geen plaats voor moeilijke conversaties en pijnlijke emoties. Liefde daarentegen omarmt dit wél en ziet het als onderdeel van de liefdesrelatie.
Waar komt lust vandaan?
Lust komt voort uit een complex proces van prikkels die worden omgezet in een lichamelijke en geestelijke reactie, met als gevolg: zin in seks. Dat ergens in je lichaam een dosis lust is opgeslagen, is al lang achterhaald.
Wat is het verleden tijd van lust?
lusten/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van lusten | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | lang | |
| verleden (v.v.t.) | was gelust | waren gelust |
| toekomend (v.t.t.t.) | zal gelust zijn | zullen gelust zijn |
| voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gelust zijn | zouden gelust zijn |
Is het lust of lus?
lusten – regelmatig werkwoord uitspraak: lus-ten 1. het willen eten of drinken ♢ ik lust graag spruiten Regelmatig werkwoord: lus-ten ik lust jij/u lust hij…
Wat is de verleden tijd van vissen?
vissen/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van vissen | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | lang | |
| tegenwoordig (o.t.t.) | vis | vissen |
| verleden (o.v.t.) | viste | visten |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal vissen | zullen vissen |