Hoe weet je of het een Naamwoordelijk gezegde is of een Werkwoordelijk gezegde?

Hoe weet je of het een Naamwoordelijk gezegde is of een Werkwoordelijk gezegde?

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer werkwoorden en een (zelfstandig, bijvoeglijk, enz.) naamwoord. Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets ís. (In ‘De wind draait naar het oosten’ is draait het werkwoordelijk gezegde.

Wat is het verschil tussen gezegde en Werkwoordelijk gezegde?

Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde Er zijn twee soorten gezegdes. Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit een of meer werkwoorden en een naamwoordelijk gezegde bestaat uit een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel.

Is voor een Werkwoordelijk gezegde?

Het werkwoordelijk gezegde is ‘heeft uitgedeeld’. Soms is de persoonsvorm het enige werkwoord in de zin. Dan is de persoonsvorm het hele werkwoordelijk gezegde.

Waaruit bestaat het Werkwoordelijk gezegde?

Het werkwoordelijk gezegde wordt gevormd door alle werkwoorden in een zin. Hier hoort ook de persoonsvorm bij. Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel dat aangeeft wat er wordt of is gedaan. Dit zinsdeel is soms één woord, maar het kan ook uit meerdere woorden bestaan.

Wat is het Naamwoordelijk gezegde in deze zin?

Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin en een zinsdeel met een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over het onderwerp. Het naamwoordelijk gezegde geeft een toestand aan: het onderwerp is/ wordt/ blijft/ blijkt/ lijkt/ schijnt/ heet iets. De jongen is koning.

Wat is het Naamwoordelijk deel van het gezegde?

Het naamwoordelijk gezegde is een combinatie van een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel. Het koppelwerkwoord koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp. Het naamwoordelijk deel geeft een eigenschap aan van het onderwerp. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zin: Mijn buurvrouw is huisarts.

Wat is het gezegde van Lisa maakt een grapje?

Het gezegde (gez.) bestaat altijd uit alle werkwoorden in de zin. De persoonsvorm is een werkwoord, dus die zit altijd in het gezegde. Het gezegde geeft aan dat iemand iets is, dat iemand iets doet of dat er iets gebeurt.

Wat is een Naamwoordelijk deel van het gezegde?

Het naamwoordelijk deel van het gezegde of ook: het predicaat, is een uitdrukking die via een koppelwerkwoord gelijkgesteld of vergeleken wordt met het onderwerp. Het naamwoordelijk deel bestaat, zoals de naam al zegt, vaak uit een naamwoord al of niet met toebehorende lidwoorden en verdere bepalingen.

Kan het Werkwoordelijk gezegde uit een persoonsvorm en een infinitief bestaan?

Het werkwoordelijk gezegde bestaat alleen maar uit werkwoorden. Het bestaat uit de persoonsvorm en/of meer andere werkwoorden. Werkwoordelijk gezegde (wwg).

Hoe vind je het Werkwoordelijk gezegde van een zin?

Een werkwoordelijk gezegde vertelt wat er gebeurt, wat er gedaan wordt: de handeling, een werking. Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die bij elkaar horen. De persoonsvorm is dus ook een onderdeel van het gezegde.

Welke stappen zet je als je het Werkwoordelijk gezegde in een zin zoekt?

Het werkwoordelijk gezegde kan dus uit één of meer werkwoorden bestaan. Als je het werkwoordelijk gezegde van een zin zoekt, volg je de volgende stappen: Doe de vraag-, tijd- of de getalsproef en schrijf de persoonsvorm op. Zoek de andere werkwoordsvormen en schrijf die achter de persoonsvorm op.

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

1 Zoek eerst de persoonsvorm en het onderwerp. 2 Zoek het gezegde. 3 Bepaal of het een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde is. 4 Bestaat het gezegde alleen uit werkwoorden, dan is het een werkwoordelijk gezegde.

Wat is een naamwoordelijk gezegde?

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer werkwoorden en een (zelfstandig, bijvoeglijk, enz.) naamwoord. Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets ís. Zo bevat ‘De wind is koud’ een naamwoordelijk gezegde: er wordt uitgedrukt dat de wind iets ís, namelijk: koud.

Wat is het gezegde in de taal?

taal, groep 6-8, zinsontleden, wat is het gezegde, uitleg. Het gezegde (gez.) bestaat altijd uit alle werkwoorden in de zin. De persoonsvorm is een werkwoord, dus die zit altijd in het gezegde. Het gezegde geeft aan dat iemand iets is, dat iemand iets doet of dat er iets gebeurt.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven