Inhoudsopgave
Wat als je in het ijs valt?
niet in paniek raken, rustig blijven. kijk om je heen en zoek naar de dichtstbijzijnde kant of veilige plek. loop of zwem naar de rand van het wak. spreid beide armen op het ijs om je lichaamsgewicht te verdelen en probeer op je buik het ijs op te schuiven.
Hoe ziet goed ijs eruit?
Ligt er op het ijs een laag sneeuw (‘vuil ijs’), dan ziet de ijsmassa eruit als een donkere plek. In dat geval moet je zoeken naar een lichte plek. Is het ijs niet vuil dan moet je juist zoeken naar een donkere plek. Onder het ijs zwem je altijd op je rug en voel je met je handen waar het ontsnappingsgat is.
Hoe uit een wak komen?
Probeer je gewicht te verdelen en op je rug of zij te rollen om zo het wak uit te kunnen komen. Houd de rand van het wak vast en zet je met je benen af tegen de andere rand; als het wak niet te groot is. Rol dan over het ijs naar de kant en klim eruit.
Hoe herken je wakken?
Zo is een windwak is te herkennen aan de ijsranden met een geelwitte kleur. Wakken kunnen na een tijd weer dichtvriezen maar op die plekken blijft het ijs vaak dunner. Scheuren in het ijs zijn ook gevaarlijk, een schaats kan daarin vast komen te zitten. Het advies: probeer dwars over een scheur heen te schaatsen.
Hoe weet je of natuurijs sterk genoeg is?
Ben je alleen op het ijs dan kan 3 à 4 centimeter al ruim voldoende zijn om op te schaatsen. Wil je echter met honderden personen tegelijk het ijs op dan kun je beter wachten tot er 8 – 10 centimeter natuurijs ligt.
Hoe uit een wak klimmen?
Met één haal trek je jezelf tot aan je navel op het ijs, met een tweede haal helemaal. Wegrollen, kruipen tot waar het zeker veilig is en dan pas ga je staan. Uit een wak op het ijs klimmen is heel lastig zonder een scherp voorwerp om greep op het ijs te krijgen.
Hoe herken je een windwak?
Windwakken, sneeuw en scheuren: Op kleurveranderingen, randen en scheuren in het ijs. Die kan iets zeggen over de kwaliteit van het ijs. Zo is een windwak is te herkennen aan de ijsranden met een geelwitte kleur. Wakken kunnen na een tijd weer dichtvriezen maar op die plekken blijft het ijs vaak dunner.