Inhoudsopgave
Hoeveel priemgetallen liggen er tussen 1 en 10?
Lijst van priemgetallen
| 1 | 10 | |
|---|---|---|
| 41–60 | 179 | 229 |
| 61–80 | 283 | 349 |
| 81–100 | 419 | 463 |
| 101–120 | 547 | 601 |
Is 73 een priemgetal?
73 is het 21e priemgetal. Het omgedraaide (37) is het 12e priemgetal en het spiegelbeeld daarvan (21) is het product van, hou je vast, 7 en 3. Binair geschreven is 73 een palindroom, 1001001, die gespiegeld 1001001 is.”
Wat zijn de priemfactoren van 405?
Eigenschappen van het getal 405
| Factorisatie | 3 * 3 * 3 * 3 * 5 |
|---|---|
| Delers | 1, 3, 5, 9, 15, 27, 45, 81, 135, 405 |
| Aantal delers | 10 |
| Som van de delers | 726 |
| Vorige geheel getal | 404 |
Wat is het duizendste priemgetal?
De eerste 30 priemgetallen zijn 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97, 101, 103, 107, 109 en 113….Het grootste bekende priemgetal.
| Priemgetal | 1 098 133# – 1 |
|---|---|
| Aantal decimale cijfers | 476 311 |
| Soort | primoriaal priemgetal |
| Datum | maart 2012 |
| Gevonden door | PrimeGrid |
Hoeveel priemgetallen zijn er tussen 0 en 100?
Er zijn 25 priemgetallen onder de 100: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97. Als je de cijfers van elk priemgetal bij elkaar optelt, krijg je het volgende rijtje getallen: 2, 3, 5, 7, 2, 4, 8, 10, 5, 11, 4, 10, 5, 7, 11, 8, 14, 7, 13, 8, 10, 16, 11, 17, 16.
Wat is het priemgetal van 95?
4 is niet alleen deelbaar door zichzelf en 1, maar ook door 2, dus het is geen priemgetal. Als we op deze manier de getallenlijn doorwerken vinden we de volgende priemgetallen onder de 100: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97 (reken maar na).
Is 366 een priemgetal?
De eerste 30 priemgetallen zijn 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97, 101, 103, 107, 109 en 113. Priemgetallen werden reeds door de oude Grieken bestudeerd. Er zijn oneindig veel priemgetallen. Het bewijs hiervoor wordt gegeven door de stelling van Euclides.