Inhoudsopgave
Is hebben een werkwoord?
De vervoegingen van het bijzondere werkwoord hebben lees je hieronder. Net zoals bij de sterke werkwoorden veranderen ze van klank in de verleden tijd. Maar ook in de tegenwoordige tijd worden ze op een andere manier vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden.
Wat is het werkwoord van ben?
zijn/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zijn | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | toekomende tijd | |
ik | ben | zullen zijn, zullen wezen |
jij, je | bent | zullen zijn / wezen |
u | bent is | zal, zult zijn /wezen |
Is jullie een werkwoord?
Jullie is het persoonlijk voornaamwoord voor de tweede persoon meervoud in het Nederlands. Het is etymologisch een verbastering van jij+lui (“mensen, lieden”).
Is gehad een werkwoord?
De hoofdbetekenis van het zelfstandig werkwoord hebben is ‘bezitten’. (1) Ik heb een boek over de Eerste Wereldoorlog. Een specifiekere betekenis is ‘gekregen hebben’. In gesproken taal wordt in plaats van gekregen ook vaak gehad gebruikt in de betekenis ‘gekregen’ (zoals in zin (2b)).
Wat is hebben voor werkwoord?
De werkwoorden hebben, zijn en worden komen vaak voor in combinatie met een ander werkwoord. Bijvoorbeeld zijn + gaan –> Ik ben gegaan. We noemen hebben, zijn en worden ook wel hulpwerkwoorden.
Kan is een werkwoord zijn?
Een werkwoord is een woord dat aangeeft welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Voorbeelden van werkwoorden zijn gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de toekomende tijd.
Is weten een werkwoord?
Werkwoord “weten” – Nederlandse werkwoorden.
Is kunnen een werkwoord?
Het werkwoord kunnen is een onregelmatig werkwoord. De meeste werkwoorden krijgen in de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud een t aan het eind zoals bijvoorbeeld bij “hij loopt”. De vorm voor de derde persoon enkelvoud is bij kunnen, willen, zullen en mogen gelijk aan die voor de eerste persoon.
Is willen een werkwoord?
Het werkwoord willen is onregelmatig. Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud de uitgang -t: hij loopt, ze helpt, het gaat, men ziet. De werkwoorden willen, zullen, mogen en kunnen zijn echter uitzonderingen op de regel, evenals het werkwoord zijn (hij is).
Wat voor werkwoord is had?
hebben/vervoeging
vervoeging van het werkwoord hebben | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
u | hebt heeft | had |
gij, ge | hebt | hadt |
hij, zij, het | heeft | hadden |