Inhoudsopgave
Hoe werkt een desktop?
Een desktop computer is een computer die in een computerbehuizing is gebouwd. Om met een desktop computer te kunnen werken moet je verschillende onderdelen aansluiten. Denk daarbij aan een toetsenbord, muis en uiteraard niet te vergeten een stroomkabel. De desktop computer heeft namelijk geen accu.
Wat is een desktop site?
Bij een desktopapplicatie wordt er op een PC (of laptop) daadwerkelijk iets geïnstalleerd of een snelkoppeling aangebracht naar de applicatie op de server. Bij een webapplicatie wordt er niets lokaal geïnstalleerd, maar benader je de applicatie via een browser zoals Chrome, Firefox of Safari.
Wat is een desktop client?
Een computer die op een netwerk is aangesloten en de bronnen van een andere computer gebruikt. Zo ontvangt de clientcomputer bijvoorbeeld webpagina’s en overige informatie van een andere op het netwerk aangesloten computer. Deze laatste wordt ook wel de server genoemd.
Hoe leest een computer?
Als een computerprogramma wordt uitgevoerd, leest de computer de instructies uit het programma, zoals deze zijn opgeslagen op een gegevensdrager (bijvoorbeeld bestanden op een harde schijf) en voert de programmacode in de aangeven volgorde uit, gebruik makend van de data.
Waar wordt een desktop voor gebruikt?
Desktop wordt gebruikt als afkorting van desktopcomputer. Desktop kan ook verwijzen naar het scherm dat verschijnt na het starten van de computer. Hierop staan de verwijzingen (in de vorm van pictogrammen) naar programma’s, bestanden of mappen. In Windows wordt de desktop ook wel het Bureaublad genoemd.
Waar zit de desktop?
Selecteer de Startknop en selecteer Instellingen > Persoonlijke instellingen > Thema’s. Selecteer onder Thema’s > Verwante instellingen de optie Instellingen voor bureaubladpictogrammen. Kies de pictogrammen die u op uw bureaublad wilt laten weergeven en klik vervolgens op Toepassen en OK.
Wat is Windows client?
Een client is een applicatie of een computersysteem met toegang tot een ander systeem, de server, via een netwerk. Vaak bevindt de client zich op een andere computer dan de server, maar hij kan zich net zo goed op dezelfde computer bevinden. Voorbeelden van clients zijn e-mailclients en webbrowsers.