Inhoudsopgave
Hoe bereken je de oppervlakte van vlakke figuren?
De oppervlakte is eenvoudig voor te stellen als het gebied binnen een wiskundig figuur. Om de oppervlakte van een vlakke figuur te berekenen, werk je met verschillende woordformules. Bijvoorbeeld de oppervlakte van een rechthoek is lengte (l) x breedte (b).
Hoe vind je de oppervlakte?
Wie de oppervlakte van een ruimte wil berekenen, doet dit door de lengte met de breedte te vermenigvuldigen. Je komt dan uit op een bepaald aantal vierkante meters. Dit is de standaardprocedure om rechthoeken te berekenen. Een voorbeeld: een kamer is 30 meter bij 15 meter.
Wat is de formule van de omtrek van een vijfhoek?
De omtrek kun je berekenen door de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen.
Hoe bereken je de oppervlakte van een ongelijk figuur?
De ongelijke vorm bestaat bijvoorbeeld uit twee rechthoeken. Neem zoiets als een L-vormige woonkamer in gedachten. Voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek is de formule; lengte x breedte. Dus deel de L-vorm op in twee rechthoeken.
Wat is de oppervlakte van de figuur?
De oppervlakte is de totale grootte van een figuur. In het voorbeeld hieronder gaat het om de grootte van het groen gekleurde vlak. De oppervlakte van een figuur kun je berekenen door de lengte en de breedte met elkaar te vermenigvuldigen. In dit geval zou je 15 meter met 20 meter vermenigvuldigen.
Hoe bereken je de omtrek van een zeshoek?
Een regelmatige zeshoek is een zeshoek met gelijke zijden en gelijke hoeken. Van deze zeshoek is elke zijde 2 cm. De omtrek ervan is dus gemakkelijk 6⋅2=12 6 ⋅ 2 = 12 cm, gewoon de totale lengte van alle zijden samen.
Hoe bereken je de oppervlakte van een omtrek?
Vuistregels
- Omtrek = de som van de lengtes van de randen.
- Oppervlakte = lengte · breedte.
- Oppervlakte wordt gegeven in ‘vierkante lengte-eenheid’, dit noteren we met (lengte-eenheid)2.