Inhoudsopgave
Wat heb je nodig om loodgieter te worden?
Loodgieters hebben zowel een opleiding als een hands-on training nodig. U kunt een opleiding volgen aan een school of een vakschool, of een stageprogramma volgen. Veel openbare hogescholen en scholen voor beroepsonderwijs bieden loodgieter opleidingen aan die leiden tot certificaten of diploma’s.
Is loodgieter een zwaar beroep?
Het loodgieterswerk is lichamelijk zwaar. Dat vindt 76% van de beroepsgroep. Vaak werkt de loodgieter lange tijd in diverse belastende houdingen, zoals gebogen, gedraaid, geknield en liggend. Belastend is ook het werken in kruipruimtes.
Is er veel werk als loodgieter?
Er is veel werk voor Loodgieters, omdat er over het algemeen maar weinig Loodgieters zijn. Als Loodgieter kan men, naast specialiseren, ook doorgroeien door een eigen bedrijf op te zetten en daarbij steeds meer Loodgieters in dienst te nemen.
Heb je een diploma nodig voor loodgieter?
Neen! Wanneer je op zelfstandige basis loodgieterswerk en installatie van verwarming, airco en gastoestellen wil verrichten, heb je geen bewijs van beroepskennis meer nodig.
Welke beroepen vallen onder zwaar werk?
Koeriers, asfaltafwerkers, wegenbouwers, stratenmakers, havenwerker en noem het allemaal maar op. Dit zijn beroepen waar de spieren regelmatig een optater krijgen. Maar liefst zes op de tien personen verricht fysiek zwaar werk binnen deze beroepsgroep. De bouw is de hofeverancier van fysiek zware beroepen.
Welke zware beroepen kunnen eerder met pensioen?
Volgens de gehanteerde definitie komen zeven UWV-sectoren in aanmerking voor een regeling voor een vervroegd pensioen voor zware beroepen. Deze sectoren zijn, de afbouw -en natuursteenbranche, de schilders, dakdekkers, reiniging, visserij en taxi – en ambulancevervoer.
Is loodgieter een beschermd beroep?
Maar loodgieter is geen beschermd beroep. Sommige mensen volgen een cursus en durven zich dan loodgieter te noemen. Je hebt veel kennis nodig. ‘Loodgieters’ die misbruik maken van de schaarste, zorgen voor wantrouwen bij huiseigenaren en een slecht imago van het beroep.”