Inhoudsopgave
Hoe gebruik je Tomatenspiraal?
Plaats een tomatenspiraal of steunstok om je plant te ondersteunen. Draai de stengel van de plant rond de spiraal of de stok. Of bind de planten in je serre op met een touw. Maak het touw vast boven in de serre en draai het een paar keer rond de stengel van de plant.
Hoe tomatenplant toppen?
Toppen betekent dat je de kop uit de plant snijdt na een aantal bloemtrossen. Onder koud glas kan je 5 tot 8 bloemtrossen laten staan vooraleer je topt. Bij buitenteelt moet je al na 3 tot 5 bloemtrossen toppen, afhankelijk van hoe warm of miezerig de zomer is.
Hoe ver tomaten van elkaar planten?
Verpotten: In de maanden mei of juni mogen de tomaten naar buiten en kun je de plantjes ompotten naar een grote pot of planten in de volle grond. Volle grond: In de volle grond plant je de planten op een zonnige standplaats ten minste 50 cm uit elkaar, zodat iedere plant straks voldoende ruimte krijgt om te groeien.
Hoeveel ruimte tomaten?
Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter). Laat bij het planten de kluit 1 cm boven de grond uitsteken, en geef meteen wat lauw water.
Is koemest goed voor tomaten?
Geef regelmatig mest, maar niet te veel stikstof, want dat zorgt voor veel blad en stelen maar minder vruchtvorming. Gebruik bijvoorbeeld koemestkorrels en wat kali of speciale tomatenmest. Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui.
Welke voeding geef ik tomaten?
Tomatenplanten zijn zeer gulzige planten. Ze hebben een grote behoefte aan voedingsstoffen en hebben behalve stikstof en fosfaat vooral veel kalium nodig. Kalium reguleert de waterhuishouding van de plant, verstevigt de celwanden en geeft de plant meer weerstand tegen ziekten.
Wat te doen tegen Tomatenziekte?
Houd je tomaten droog – in een serre, of zet een dakje boven je buitentomaten. Versterk je planten door om de paar weken met basalt- of lavameel te stuiven of door heermoesaftreksel te spuiten. Zorg voor ruime plantafstanden: zo kan het loof tijdig opdrogen.