Inhoudsopgave
Hoe werkt een pH indicator?
Een pH-indicator is een chemische stof die bij een verschillende zuurgraad (pH) een andere kleur laat zien, zo’n verschuiving heet ook wel een pH-shift. Het pH-gebied waarin de stof van kleur verandert wordt het omslaggebied genoemd. Bij verschillende stoffen treedt de kleuromslag op bij een andere zuurgraad.
Welke twee indicatoren hebben twee Omslagtrajecten?
Een omslagtraject is het pH-gebied waarbinnen een zuur-base-indicator van kleur verandert. In Binas-tabel 52A of ScienceData-tabel 9.1d staan enkele zuur-base-indicatoren en hun omslagtraject vermeld.
Welke indicator kan gebruikt worden wanneer het omslagpunt rond de pH 5 0 is?
Bij een pH van boven 4.95 is het omgekeerde het geval. pH = 4.95 is het omslagpunt van methylrood.
Hoe werkt Lakmoespapier?
Lakmoes kan in het laboratorium als indicator van zuurgraad of alkaliniteit worden gebruikt. In een zure oplossing, bij een hoge concentratie H+-ionen verandert de kleur van lakmoes in rood (pH < 4.5), en in een basische oplossing, bij een hoge concentratie OH−-ionen (pH > 8) verandert de kleur in blauw.
Hoe werken pH teststrips?
Hoe werken pH strips? Een pH strip is een strookje van lakmoespapier waarmee je de pH-waarde van een vloeistof kan meten. De stof in het papier zorgt ervoor dat de test strip bij een verschillende zuurgraad een andere kleur laat zien. De officiële pH schaal loopt van 0 tot 14, waarbij 0 heel zuur is en 14 heel basisch.
Wat is het verschil tussen equivalentiepunt en omslagpunt?
Door middel van het berekenen van het verschil in pH stijging, en vervolgens de verschillen tussen de stijgingen rond het omslagpunt (waarbij de pH waarde in hoger tempo stijgt dan eerder) is zo het equivalentiepunt te bepalen. Het equivalentiepunt is het punt waarop de pH 7 bedraagt.
Wat is het omslagpunt van fenolftaleïne?
Tabel met enkele waarden
pH-indicator | Omslaggebied (pH) | Omslagpunt (pH) |
---|---|---|
methylgeel | 2,9 – 4,0 | 3,4 |
methyloranje | 3,1 – 4,4 | 3,7 |
methylrood | 4,2 – 6,3 | 5,2 |
fenolftaleïne | 8,2 – 10 | 9,1 |
Hoe kies je een indicator?
Titreer je een sterke base met een sterk zuur dan is elke indicator geschikt zolang deze maar van kleur verandert van pH 5 tot pH 9. Titreer je een zwak zuur met sterke base dan is de eindoplossing zwak basisch, je gebruikt dan een indicator die in zwak basisch milieu van kleur verandert: fenolftaleïne.