Inhoudsopgave
Hoe heten de zijden van een gelijkbenige driehoek?
Een gelijkbenige driehoek heeft twee zijden die even lang zijn. De hoek tussen deze benen heet de tophoek. De andere zijde heet de basis.
Hoe noem je een driehoek met twee gelijke zijden?
Een gelijkbenige driehoek heeft twee zijden die even lang zijn. Deze herken je aan de twee streepjes. De drie zijden van een gelijkzijdige driehoek zijn even lang.
Wat is Scherphoekig?
scherpe (scherphoekige) driehoek: alle hoeken zijn kleiner dan 90 graden. rechthoekige driehoek: een van de hoeken is 90 graden. stompe (stomphoekige) driehoek: een van de hoeken is groter dan 90 graden.
Wat is een zijde rekenen?
Met behulp van de stelling van Pythagoras kan je de lengte van een zijde in een rechthoekige driehoek berekenen. Deze stelling, a2 + b2 = c2, is één van de bekendste stellingen in de wiskunde.
Hoe noem je een ongelijke driehoek?
In het geval van een gelijkbenige driehoek heeft de driehoek twee óf drie gelijke zijden. Net als dat bij een gelijkzijdige driehoek alle drie de hoeken even groot zijn, weet je bij een gelijkbenige driehoek dat er ook altijd twee van de drie hoeken even groot zijn.
Wat is een symmetrieas van een driehoek?
De symmetrieas deelt de basis in twee gelijke delen en staat er loodrecht op. Bij een gelijkzijdige driehoek zijn alle drie de zijden even lang.
Wie heeft de driehoek uitgevonden?
De driehoek is genoemd naar de Franse wiskundige Blaise Pascal (1623 – 1662), die de eerste was die ermee rekende.
Wat is Driehoeksmeetkunde?
Driehoeksmeetkunde kan verwijzen naar: Goniometrie. De euclidische meetkunde die zich bezighoudt met de eigenaardigheden van een driehoek. Driehoeksmeting.
Wat betekent gelijkbenige driehoek?
Net als dat bij een gelijkzijdige driehoek alle drie de hoeken even groot zijn, weet je bij een gelijkbenige driehoek dat er ook altijd twee van de drie hoeken even groot zijn. In figuur 3 zie je een voorbeeld van een gelijkbenige driehoek met twee gelijke zijden.
Hoe bereken je een aanliggende zijde?
Methode
- Sinus: sin (∠A)= overstaande rechtshoekzijde van∠A schuine zijde=BCAC.
- Cosinus: cos (∠A)= aanliggende rechtshoekzijde van∠A schuine zijde=ABAC.
- Tangens: tan (∠A)= overstaande rechtshoekzijde van∠A aanliggende rechtshoekzijde van∠A=BCAB.
Hoe herken je de aanliggende zijde?
Als je vanuit een van de andere hoeken kijkt, dan heb je een rechthoekszijde die deel uitmaakt van die hoek, dat is de aanliggende rechthoekszijde. De andere rechthoekszijde ligt ’tegenover’, aan de overkant! Dat is de overstaande rechthoekszijde.