Inhoudsopgave
Wat betekent #spill in Excel?
Deze fout treedt op wanneer het overloopbereik voor een overlopende matrixformule niet leeg is. Wanneer de formule is geselecteerd, geeft een onderbroken rand het beoogde overloopbereik aan.
Wat is dollarteken in Excel?
Je kunt in Excel delen van een formule vastzetten door gebruik te maken van het dollarteken ($). Deze zet je voor de verwijzing die je vast wil zetten. Stel je hebt de formule =A1+B1 en je wil deze naar rechts doortrekken, maar niet dat hij de A aanpast. Dan kan dat door de formule =$A1+B1 te gebruiken.
Wat betekent overloop bij verticaal zoeken?
Wanneer u een lange tekstreeks in een cel typt, loopt de celcontext over naar de volgende cel. Als u tekstterugloop inschakelt voor deze cel, wordt de rijhoogte automatisch aangepast met de getypte tekst. Soms moet u echter voorkomen dat celinhoud naar andere cellen overloopt zonder de rijhoogte te beïnvloeden.
Hoe trek je getallen door in Excel?
Een kolom vullen met een reeks getallen
- Selecteer de eerste cel in het bereik dat u wilt nummeren.
- Typ de beginwaarde voor de reeks.
- Typ een waarde in de volgende cel om een patroon te bepalen.
- Selecteer de cellen met de beginwaarden.
- Sleep de vulgreep.
Hoe kan je cellen vastzetten in Excel?
Vastzetten van meerdere rijen: Klik eerst in de eerste cel onder de rijen die u geblokkeerd wilt hebben. Klik vervolgens op Titelblokkering en de rijen boven deze cel blijven vaststaan. Vastzetten van een kolom: Klik op Eerste kolom blokkeren. Wanneer u nu naar rechts scrolt, blijft de linkerkolom staan.
Waarom ### in Excel?
In Microsoft Excel wordt ##### weergegeven in een cel als een kolom te smal is om de volledige inhoud van de cel weer te geven. U kunt een kolom breder maken om de volledige celinhoud weer te geven door te dubbelklikken op de rechterrand van de kolomkop of door de kolom via slepen breder te maken.
Hoe werkt de als functie in Excel?
De ALS functie in Excel voert een logische vergelijking tussen twee waarden uit. Het resultaat van de ALS functie (IF) is WAAR (TRUE) of ONWAAR (FALSE). We kunnen bijvoorbeeld testen of de waarde in cel B2 groter is dan de waarde in cel A2. Zo ja, dan is het resultaat WAAR, zo niet, dan is het resultaat ONWAAR.