Inhoudsopgave
Wat is een ander woord voor hoe iemand zich voelt en gedraagt?
aanvoelen, begrijpen, beseffen, bespeuren, ervaren, gevoelen, gewaarworden, invoelen, merken, ondervinden, waarderen. voelen (ww): aftasten, afvoelen, betasten, bevoelen, morrelen, scharrelen, tasten, bepotelen, bevingeren.
Wat is een ander woord voor het opmerken van bijzonderheden in gedrag?
aanschouwen, acht slaan op, bemerken, bespeuren, gewaarworden, in het oog krijgen, merken, notitie nemen van, oppikken, waarnemen, zien. opmerken (ww): aanstippen, te berde brengen, vaststellen, zeggen.
Wat is het synoniem van manier?
weg (zn) : handelwijze, ingang, manier, methode, middel, mogelijkheid. wijze (zn) : aanpak, manier, methode, modus, stijl, trant, voet, vorm.
Wat is een ander woord voor vreemd?
eigenaardig (bn) : afwijkend, bijzonder, curieus, merkwaardig, opmerkelijk, raar, singulier, typisch, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, zeldzaam, zonderling. bizar (bn) : absurd, afwijkend, bevreemdend, buitenissig, excentriek, freakachtig, gek, grillig, ongewoon, opwindend, vreemd, wonderlijk, zonderling.
Wat is een ander woord voor opmerken?
[ov] bemerken, waarnemen. [ov] een waarneming of opinie meedelen aan anderen, met een zekere nadruk. 1) Aanmerken 2) Aanschouwen 3) Bekijken 4) Bemerken 5) Bespeuren 6) Bespeuren dat er niets overblijft 7) Constateren 8) De aandacht vestigen 9) Gadeslaan 10) Gewaarworden…
Wat is aanmerken?
Aanmerken – (merkte aan, heeft aangemerkt), iets, iem. aanmerken als, beschouwen als, rekenen voor; als zijne meening uitspreken, zeggen (naar aanleiding van iets anders); – afkeuren, bedenking opperen, aanmerking maken: hij heeft (vindt) altijd wat aan te merken (op); (veroud.) letten op, acht geven op, opmerken.
Wat is een manier?
manier – zelfstandig naamwoord uitspraak: ma-nier 1. hoe het gebeurt of hoe je het moet doen ♢wat is de beste manier om een appel te schillen?
Hoe je het moet doen synoniem?
(deed, gedaan), handelen, uitvoeren, volbrengen. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: doen (ww): bedrijven, begaan, beoefenen, betrachten, bewerken, bewerkstelligen, bezigen, effectueren, flikken, gedragen, handelen, maken, optreden, plegen, realiseren, uitrichten, uitvoeren, verrichten, vervullen, zich gedragen.