Inhoudsopgave
Wat is de babyfase?
De baby- of zuigelingentijd is de eerste periode van ons leven. Deze periode begint bij de bevalling en duurt tot twaalf maanden na de geboorte. Een baby jonger dan een maand noemen we een neonaat of pasgeborene.
Hoe herken je achterstand bij kind?
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich langzamer in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten dan andere kinderen van dezelfde leeftijd.
Wat is de Kleuterfase?
Met kleuter wordt over het algemeen bedoeld een jong kind in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. Deze fase valt tussen die van peuter en schoolkind. In de kleuterfase treden kinderen uit de egocentrische peuterfase en krijgen zij het besef deel uit te maken van verschillende werelden (Goorhuis-Brouwer en Imelman (2010)).
Wat zijn de kenmerken van een baby?
Motorische (lichamelijke) ontwikkeling
- Babyreflex. Tot anderhalve maand zien we spontane, ongecontroleerde bewegingen, ook wel babyreflexen genoemd.
- Grijpreflex. De baby leert zijn vingers te bewegen, een vuist te maken en de handen te openen.
- Eerste coördinatie. Eerste mond-hand coördinatie.
- Nekspieren.
- Rollen.
Wat kan je baby?
Je baby kan nu misschien zelf al een koekje of een broodkorstje uit de hand eten. Als hij rechtop gehouden wordt kan hij met zijn beentjes een beetje zijn lichaam ondersteunen. Hij kan (met wat steun) zitten. Je baby gaat vanaf nu protesteren als zijn speeltje wordt afgepakt.
Wat is de betekenis van adolescenten?
De adolescentie is de periode tussen kindertijd en volwassenheid. Het begin ervan valt samen met het begin van de puberteit. Bij meisjes begint de puberteit wat eerder (zo rond het tiende jaar) dan bij jongens (rond het twaalfde jaar).
Welke leeftijdscategorie zijn er?
leeftijdscategorie – Zelfstandignaamwoord 1. een groep die bepaald wordt door de leeftijd van de leden van die groep ♢ Ik behoor tot de leeftijdscategorie van de 50-plussers.
Hoe ontwikkeld een kleuter?
Motorische ontwikkeling Ze kunnen goed lopen, huppelen, zelfstandig traplopen of zelfs op één been staan. Ook kunnen ze tegen een bal schoppen, ermee gooien en meestal al een stuiterende bal opvangen. Ook de fijne motoriek gaat vooruit: kleuters kunnen cirkels en vierkanten tekenen en enkele blokletters schrijven.
Wat kan een schoolkind?
Basisschoolkinderen leren complexe zinnen vormen met functiewoorden zoals wanneer, alleen en behalve. Ze leren ook de passieve vormen van diverse woorden begrijpen. In deze periode krijgen kinderen lezen, schrijven en rekenen steeds beter onder de knie.