Inhoudsopgave
Hoe weet je of een stof uit moleculen bestaat?
Als de atomen in een molecuul hetzelfde zijn, dan heet de stof een element. Als het twee verschillende atomen zijn, dan noem je dit een verbinding. Als je naar de formule van een stof kijkt, dan kun je zien of het om een moleculaire stof gaat. Een moleculaire stof bestaat namelijk alleen uit niet-metalen.
Hoe weet je of een stof een metaal is?
Een metaal als stof herkennen we meestal aan de eigenschappen van het materiaal: glanzend uiterlijk, vervormbaarheid en geleiding. Chemisch gezien zijn metalen stoffen die zijn opgebouwd uit metaalatomen. Zouten zijn stoffen die bestaan uit metaalatomen en niet-metaalatomen.
Hoe weet je of een stof vast vloeibaar of gas is BiNaS?
Stoffen hebben een smeltpunt en een kookpunt. Deze staan in de Binas in tabel 15. Water is een belangrijke stof. Water heeft bij 0 graden Celsius een overgang tussen vast en vloeibaar en bij 100 graden Celsius een overgang tussen vloeistof en gas.
Hoe kun je op macroniveau een moleculaire stof herkennen?
Je kunt aan de formule van een stof zien of het een moleculaire stof is. Je ziet het aan de symbolen: deze bestaan alleen uit niet-metalen. Moleculaire stoffen geleiden geen stroom, omdat ze uit ongeladen deeltjes bestaan: moleculen. In hun formules komen alleen symbolen van niet-metalen voor.
Hoe weet je of het een zout is?
De naam van een zout bestaat uit twee delen: het deel met het positieve ion en het deel met het negatieve ion. Je kunt de naam van een zout vinden door de namen van het positieve en het negatieve ion achter elkaar te plaatsen. Voor de positieve ionen kun je de naam uit het periodiek systeem (BiNaS tabel 99) halen.
Hoe kun je zien dat een stof een zout is?
Welke 3 soorten stoffen onderscheiden we?
Er zijn 3 soorten stoffen vanuit de chemie: moleculaire stoffen, zouten en metalen.
Hoe gedragen moleculen zich in een vloeibare stof?
Bij vloeistoffen zijn de moleculen niet geordend en hebben ze geen vaste plaats. Ook in vloeistoffen zijn de moleculen steeds in beweging. Ze kunnen langs elkaar bewegen en door de vloeistof ‘zwerven’. De intermoleculaire ruimte is bij vloeistoffen meestal iets groter dan bij vaste stoffen.
Hoe kun je aan de formule van een stof zien dat het een zout is?
Welke kenmerk op macroniveau hoort bij de groep zouten?
Op macroniveau rekenen we een stof tot een zout wan- neer deze als eigenschappen een hoog smelt- en kookpunt heeft, in de vloei- bare fase stroom geleidt en bij stroom- geleiding ontleedt in een metaal en een niet-metaal. Op microniveau bestaat een zout uit positieve metaalionen en negatieve niet-metaalionen.
Hoe weet je de Ionlading?
Positief en negatief Ionen hebben een lading en die kan positief of negatief zijn. Dit geef je aan door een + of – schuin boven het symbool te zetten. Het waterstof ion schrijf je als H+. Een negatief Chloor ion schrijf je als Cl-.