Inhoudsopgave
Wat is g op aarde?
Zwaartekracht op aarde Hierin is m de massa van het object dat wordt aangetrokken in kilogram, g is de valversnelling op aarde en heeft een waarde van 9.81m/s2. Fz is dan de kracht in Newton waarmee de zwaartekracht het object naar de aarde trekt.
Wat is een Zwaartekrachtconstante?
G is een van de minst nauwkeurig bekende natuurconstanten; slechts bekend op vier cijfers na de komma. Het was Henry Cavendish die in 1798 de waarde van G voor het eerst mat met een torsiebalans. Sinds 1798 is de zwaartekrachtconstante zo’n driehonderd maal gemeten.
Hoe bereken je de g?
De zwaartekracht volgens Newton is Fz = m x g. De algemene zwaartekrachtswet van Newton, voor de aantrekkingskracht tussen twee lichamen met massa M1 en M2 op onderlinge afstand R is: F = G x M1 x M2 / R2. Hierin is G Newtons gravitatieconstante: G = 6,6742 x 10-11 N m2/kg2.
Is A hetzelfde als g?
En volgens de tweede wet van Newton geldt F = m × a voor een constante massa. Dus als F tweemaal zo groot is, en m is ook tweemaal zo groot kan a (= versnelling) hetzelfde zijn. Dit geldt ook als de kracht de zwaartekracht is en a de valversnelling g.
Wat is de g op de maan?
op de Maan: gm = 1,6 m/s2. De formule voor zwaartekracht (gewicht dus) is: De omrekenfactor is op Aarde altijd 9,8 (ongeveer, er is een kleine variatie van g op de polen (9,83 m/s2) tot g op de evenaar (9,78 m/s2).
Hoe is de Gravitatieconstante bepaald?
De constante is rechtstreeks te bepalen door middel van het torsiebalans-experiment van Henry Cavendish. Daaruit vond hij een waarde van 6,674 × 10−11 m3 s−2 kg−1. Toch blijft deze constante een van de minst nauwkeurig bepaalde natuurkundige constanten, met maar drie of vier significante cijfers.
Hoe bereken je de zwaartekracht van een planeet?
F= m • a Hierdoor kan je de zwaartekracht bepalen. De zwaartekracht ontstaan wanneer twee voorwerpen aantrekkingskracht hebben. Diegene met de grootste aantrekkingskracht laat de andere voorwerp om heen draaien.
Hoe werd de Gravitatieconstante g bepaald?
Hoe bereken je de valsnelheid?
De formule s=v*t gebruik je bij een eenparige beweging (met constante snelheid) en vallen is niet eenparig maar eenparig versneld, vandaar dat je s = 0,5*a*t^2 gebruikt. Met ‘vrije val’ wordt een val bedoeld waarbij geen wrijvingskracht is. Valtijd en snelheid kun je uitrekenen met de versnelling ( 9,81 m/s^2).