Inhoudsopgave
Wat voor werkwoord is heeft?
hebben/vervoeging
vervoeging van het werkwoord hebben | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | ||
u | hebt heeft | hebt heeft |
gij, ge | hebt | hebt |
hij, zij, het | heeft | hebben |
Is gezien een werkwoord?
Voorbeelden van infinitieven zijn: gaan, lopen, benoemen, updaten. De infinitief eindigt op -en, met uitzondering van de werkwoorden gaan, slaan, staan, zien, doen en zijn (en bijvoorbeeld ook: begaan, inslaan, opstaan, terugzien, opendoen en bijeenzijn).
Wat voor soort werkwoord is is?
‘Zij is directeur geweest’. Deze zin heeft twee werkwoorden: ‘is’ en ‘geweest’. Het belangrijkste werkwoord is ‘geweest’, dat is een koppelwerkwoord van ‘zijn’. Het werkwoord ‘is’ is in deze zin dus een hulpwerkwoord en het naamwoordelijk gezegde: is directeur geweest.
Is heeft een werkwoord?
Net zoals bij de sterke werkwoorden veranderen ze van klank in de verleden tijd. Maar ook in de tegenwoordige tijd worden ze op een andere manier vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden.
Is zag een werkwoord?
In de verleden tijd en het voltooid deelwoord van enkele veelvoorkomende werkwoorden treden naast de klinkerwisseling nog meer veranderingen op in de stam: zijn (geheel onregelmatig: was/waren), hebben (had, gehad), weten (wist, geweten) zien (zag, gezien), doen (deed, gedaan) slaan (sloeg, geslagen), gaan (ging.
Wat is het voltooid deelwoord van zien?
zien/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van zien | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | |
onvoltooid | toekomend | zullen zien |
voltooid | tegenwoordig | hebben gezien |
toekomend | gezien zullen hebben |
Is is dat een werkwoord?
Voorbeelden van werkwoorden zijn gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de toekomende tijd. Dat kan allemaal in één werkwoord, maar er kunnen ook twee of meer werkwoorden voor gebruikt worden.
Hoe herken je een Hoofdwerkwoord?
Een hoofdwerkwoord (of: zelfstandig werkwoord) is het werkwoord dat de betekeniskern van een werkwoordelijk gezegde vormt. In de tegenwoordige en de verleden tijd wordt het hoofdwerkwoord dikwijls uitgedrukt door de persoonsvorm: (1) Hij loopt van hot naar her.
Wat is het voltooid deelwoord van weten?
weten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van weten | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | |
voltooid | tegenwoordig | hebben geweten |
toekomend | geweten zullen hebben | |
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord |