Inhoudsopgave
Wat is de verleden tijd van mijden?
mijden/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van mijden | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | ||
| tegenwoordig (v.t.t.) | heb gemeden | hebt gemeden |
| verleden (v.v.t.) | had gemeden | had gemeden |
| toekomend (v.t.t.t.) | zal gemeden hebben | zal/zult gemeden hebben |
Wat is bezweken?
Er is een betekenisverschil tussen bezwijken aan en bezwijken onder. Bezwijken aan betekent ‘sterven’. We zeggen bijvoorbeeld dat iemand aan een hartaanval is bezweken. Bezwijken onder (‘niet meer bestand zijn tegen’) betekent dat je als het ware instort onder een zware last.
Wat is de verleden tijd van varen?
Varen: vaarde / voer.
Wat is de verleden tijd van wuiven?
Vervoeging: ik wuif, jij wuift, wij wuiven. ik wuifde, jij wuifde, wij wuifden. ik heb gewuifd.
Wat betekent bezwijken voor?
Bezwijken voor betekent ’toegeven aan, niet meer bestand zijn tegen’.
Wat is een ander woord voor bezwijken?
Vervoegingen: is bezweken (volt. deelw.) 1) Achteruitgaan 2) Afleggen 3) Barsten 4) Begeven 5) Breken 6) Doodgaan 7) Doorslaan 8) Eronderdoor gaan 9) Heengaan 10) In kracht tekortschieten 11) Inslapen 12) Instor…
Wat is de verleden tijd van waaien?
Zo’n werkwoord is waaien. In de verleden tijd kom je namelijk zowel waaide als woei tegen.
Is het ervaarde of ervoer?
Ervaren is van oorsprong een sterk werkwoord. Dat wil zeggen dat in de verleden tijd de klinker van de stam verandert. Maar ook de zwakke vervoeging ervaarde is volgens de hedendaagse woordenboeken en -lijsten juist. Daarin staat ervoer én ervaarde.
Is het gewuifd of gewoven?
Wat is juist: ‘Koningin Máxima woof naar de menigte’ of ‘Koningin Máxima wuifde naar de menigte’? De zin met wuifde heeft de voorkeur: ‘Koningin Máxima wuifde naar de menigte. ‘ De zwakke vervoeging wuifde – gewuifd is het oudst.
Is het weggewoven of weggewuifd?
“Weggewuifd” heeft het veld moeten ruimen voor het afschuwelijk klinkende “weggewoven”, maar gebeurd was voorbij en dus moest dat in je taalgebruik tot uitdrukking komen.
Wat betekent zwichten voor?
ergatief toegeven, wijken; het moeten afleggen ♢ De vijand zwichtte onder de druk van de onverwachte hevige aanval.