Inhoudsopgave
Welk metaal heeft de laagste weerstand?
) of resistiviteit is de eigenschap van een materiaal om een elektrische stroom te weerstaan….Zeer lage soortelijke weerstand.
Stof | Soortelijke weerstand in Ω·m bij ~20 °C | Temperatuur- coëfficiënt in K−1 |
---|---|---|
IJzer | 9,7·10−8 | 0,0065 |
Messing | 7,2·10−8 | 0,002 |
Nikkel | 6,99·10−8 | 0,0069 |
Cadmium | 6,8·10−8 | 0,0040 |
Hoe lager de weerstand hoe hoger de stroom?
Hoe hoger de weerstand, hoe lager de stroom. Als de weerstand abnormaal hoog is, is een van de vele mogelijke oorzaken dat de geleiders beschadigd zijn als gevolg van doorbranden of corrosie. Alle geleiders geven warmte af. Oververhitting is een probleem dat vaak optreedt als gevolg van weerstand.
Hoe kom je aan de soortelijke weerstand?
0,0005 m is de halve dikte van de draad. Dit is de straal (r) en die heb je nodig om het oppervlak van de doorsnede te berekenen met A=pi*r^2. 1 mm is 0,001 m en de helft hiervan is 0,0005 m. U zegt in het filmpje dat de formule voor de soortelijke weerstand is: R=rho x (lengte van de draad:A).
Wat zijn voorbeelden van isolatoren?
Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed. In een isolator zitten de elektrische deeltjes vast. Hierdoor kan een spanningsbron de elektrische deeltjes niet door de stof duwen. Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Hoe hoger de temperatuur hoe groter de weerstand?
Doordat het heet is neemt de weerstand toe (stroom loopt er moeilijker doorheen als het warm is). Dus: hoe hoger de spanning, hoe hoger de temperatuur en hoe groter de weerstand. Bij een lampje is de weerstand (R) dus groter bij grotere spanning.
Welke invloed hebben de spanning en stroomsterkte op de weerstand?
De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden. Het quotiënt van spanning en stroomsterkte is dus een constante. Deze constante wordt de weerstand van de geleider genoemd. waarin U de spanning of het potentiaalverschil, I de stroomsterkte en R de weerstand is.