Inhoudsopgave
Wat is het tegenovergestelde van woelig?
naamw. Uitspraak: [`wuləx] vol onrust Voorbeelden: `een politiek woelig jaar`, `Hij had zich verslapen na een woelige nacht. `Antoniem: rustig Synoniem: onrustig wo… Agitato = 1) Bewogen 2) Bewogen (muz.)
Wat is Stuimig weer?
De oorspronkelijke betekenis was dus ‘niet rustig’. De vorm zonder voorvoegsel is nooit in het Nederlands terechtgekomen, en bestaat in het Duits ook niet meer. Overigens wordt stuimig in de praktijk weleens gebruikt, maar dat gebeurt zo weinig dat het niet als standaardtaal beschouwd kan worden.
Wat is een ander woord voor onenigheid?
strijdvraag, twistpunt. als synoniem van een ander trefwoord: bonje (zn) : aanvaring, botsing, conflict, disharmonie, dispuut, geschil, heibel, herrie, kif, kift, meningsverschil, mot, onaangenaamheid, onenigheid, onmin, onvrede, ruzie, stront, trammelant, tweespalt, twist, wrijving.
Wat is woelig?
woelig – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: woe-lig 1. met veel beelden, geluiden, bewegingen ♢ door de woelige zee werden veel mensen zeeziek Bijvoeglijk naamwoord: woe-lig is woeliger dan …
Wat is woelig water?
druk (bn) : actief, bedrijvig, bezig, geanimeerd, ijverig, lawaaierig, luidruchtig, nijver, onrustig, roerig, roezemoezig, rumoerig, woelig. onrustig (bn) : beweeglijk, druk, geagiteerd, gejaagd, hectisch, koortsachtig, ongedurig, onstuimig, veelbewogen, woelig.
Waar komt het woord weer vandaan?
Evenals Duits Wetter, Engels weather, Fries waar en Zweeds väder. [E] ‘visweer’: eerste datering 1214; Middelnederlands weer, ontwikkeld uit Oergermaans *weran, bij Indo-Europees *h₂uer- ’tegenhouden, afweren, redden’, dezelfde wortel als weren (zie aldaar).
Wat betekent onenigheid in spreektaal?
aanvaring, botsing, conflict, disharmonie, dispuut, geschil, heibel, herrie, kif, kift, meningsverschil, mot, onaangenaamheid, onenigheid, onmin, onvrede, ruzie, stront, trammelant, tweespalt, twist, wrijving.
Wat is het Synoniem van hartstocht?
drift (zn) : aandrift, begeerte, hartstocht, hevigheid, impetuositeit, neiging, onstuimigheid, opgewondenheid, opwinding, passie, vuur, zucht. passie (zn) : drift, gedrevenheid, gepassioneerdheid, hartstocht, hartstochtelijkheid, onstuimigheid.