Inhoudsopgave
Wat is de lading van een hydroxide ion?
De negatieve lading van het hydroxide-ion betekent dat vooral metalen verbindingen ermee vormen. De meeste metaalhydroxiden (of hydroxiden) zijn slecht oplosbaar, met uitzondering van de alkali-hydroxiden en enkele uit de aardalkali-groep.
Hoeveel elektronen heeft een na+ ion?
Een natrium atoom heeft 11 protonen en 12 neutronen. Er zijn ook 11 elektronen. Maar bij een natrium-ion zijn er maar 10 elektronen.
Waar vind je de lading van een ion?
Om hier een formule van te maken, wil je de ladingen van de ionen weten. Deze lading kun je in BiNaS tabel 99 vinden voor ionen die uit één atoom bestaan en anders in BiNaS tabel 66B. Een zout is altijd neutraal geladen, dus moeten we zorgen dat er evenveel plus- als min deeltjes zijn.
Wat is de grootte van een proton?
Een proton heeft een lading van +1. De grootte van deze lading is gesteld op één elementair ladingskwantum (aangegeven met e). In Binas-tabel 7A of ScienceData-tabel 1.4 zie je dat één elementair ladingskwantum overeenkomt met 1,60·10 −19 Coulomb. Dit is de kleinste lading die mogelijk is.
Hoe bereken je het aantal protonen van het atoom?
Omdat het grootste deel van de atoommassa wordt bepaald door de protonen en neutronen, kun je door het aantal protonen (het atoomnummer) af te trekken van de atoommassa, het aantal neutronen van het atoom berekenen. Bijvoorbeeld: 11 (atoommassa) – 5 (aantal protonen) = 6 (aantal neutronen). Onthoud de formule.
Wat is de verschillen tussen elektronen en ionen?
Er zijn veel verschillen tussen elektronen en ionen; grootte, lading en natuur zijn enkele van hen. Elektronen zijn negatief geladen microdeeltjes en ionen zijn ofwel negatief of positief geladen moleculen of atomen. Eigenschappen van elektronen worden uitgelegd met behulp van “quantum mechanics. “Maar eigenschappen van ionen kunnen worden
Wat zijn protonen en neutronen?
Protonen, neutronen en elektronen zijn de deeltjes waaruit atomen zijn opgebouwd. Protonen en neutronen bevinden zich in de atoomkern. Elektronen bevinden zich in schillen in een elektronenwolk om de atoomkern heen.