Inhoudsopgave
Wat houdt erfelijkheid in?
Erfelijkheid is de overdracht van zichtbare of onzichtbare eigenschappen van een generatie van een organisme naar de volgende generatie. Op populatieniveau is erfelijkheid een maat voor het aandeel van de variatie in een bepaalde eigenschap dat door genetische factoren (variatie in DNA) verklaard wordt.
Wat is erfelijk van je ouders?
Sommige erfelijke ziektes (of de aanleg ervoor) kun je al erven wanneer één van je ouders de afwijking in het gen heeft. Bij deze ziektes is er 50% kans dat je deze van je vader of moeder erft. Als dat gebeurt, krijg je de ziekte of heb je de aanleg voor de ziekte. Dit noemen we autosomaal dominant overervende ziektes.
Hoe worden eigenschappen bepaald?
Op de chromosomen zitten de genen. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent. Er zijn in totaal zo’n 20.000 genen. We weten van maar ongeveer een kwart welke rol ze spelen bij bepaalde aandoeningen.
Welke genetische afwijkingen zijn er?
Een aantal erfelijke aandoeningen die in de Wikipedia tot op heden behandeld worden zijn:
- Craniosynostose.
- Astma.
- Anemie van Fanconi.
- Fenylketonurie (PKU)
- Hemofilie.
- Hereditaire motorische en sensorische neuropathieën (HMSN)
- Katwijkse ziekte.
- Kleurenblindheid.
Wat gebeurt er bij een erfelijkheidsonderzoek?
Bij erfelijkheidsonderzoek onderzoeken we of uw klachten, de klachten van uw kind of de klachten van andere familieleden een erfelijke oorzaak hebben. Indien van toepassing zoeken we in uw erfelijk materiaal (DNA of chromosomen) naar een afwijking/verandering die deze klachten verklaart.
Wat bepaalt DNA?
DNA komt voor in iedere cel van ieder mens, dier, plant en schimmel. Het bepaalt grotendeels wat er gebeurt in je lichaam: het is als het ware het ontwerp voor je bestaan. Binnen in het DNA zit een genetische code die voor iedereen uniek is. Dit totaalpakket wordt ook wel het menselijk genoom genoemd.
Van wie erf je DNA?
Het DNA van een mens is verdeeld over 23 paar chromosomen. Van elk paar krijg je er 1 van je vader (via de zaadcel) en 1 van je moeder (via de eicel). Het geslacht wordt ook door chromosomen bepaald: het X- en Y-chromosoom. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen, mannen hebben 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom.
Welke eigenschappen erf je van je ouders?
Het zit ‘m in de genen
- Je vermogen om gewicht te verliezen. Je hebt twee soorten vet in je lichaam: bruin vet en wit vet.
- Je concentratievermogen. Serotonine is een stofje dat invloed heeft op je stemming, geheugen, zelfvertrouwen en emotie.
- De manier waarop je oud wordt.
- Stemming.
- En dit erf je van je vader.