Inhoudsopgave
Wat is de Rijgstrategie?
In de rekenmethoden worden de volgende strategieën aangeboden: Rijgen is hierbij de basisstrategie: Bij de rijgstrategie wordt het eerste getal ‘heel’ gelaten en van daaruit verder gerekend.
Waarom Kolomsgewijs optellen?
Bij het cijferen is de waarde van de cijfers in de getallen niet meer zichtbaar. Dit is meteen ook het grote verschil tussen kolomsgewijs rekenen en cijferen. Bij kolomsgewijs rekenen worden de getallen in hun waarde gelaten. Je weet daardoor precies wat je aan het doen bent.
Hoe onder elkaar rekenen?
Leerproces
- Schrijf de getallen onder elkaar.
- Begin rechts (bij de eenheden) met optellen.
- Is je antwoord 10 of hoger? Schrijf dan alleen de eenheden op in de kolom van de eenheden. Schuif de tientallen door naar de tientallen.
- Tel nu de tientallen op. Vergeet een eventueel doorgeschoven tiental niet mee te nemen.
Hoe kun je je kind helpen met rekenen?
Optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10. Bijvoorbeeld: 5 + 3 en 7 − 4, maar ook het getal 7 splitsen in 4 en 3. Het vlot kunnen splitsen van getallen en zien welke getallen samen 10 kunnen vormen helpen enorm bij het vlot kunnen rekenen. In de klas noem ik dit vaak de ‘verliefde getallen’.
Wat is compenseren rekenen?
Bij compenseren ga je de getallen van de som veranderen tot mooie en ronde getallen waarmee je gemakkelijk kunt rekenen. Maak van dit getal een mooi, rond getal dat in de buurt ligt. Bij de som 202 – 90 = is het getal 202 geen rond getal. Het getal 200 ligt in de buurt en is wel een mooi, rond getal.
Welke Rekenstrategieen zijn er?
Rekenstrategieën
- Rijgen.
- Splitsen.
- Compenseren.
- Analogie.
- Verwisselen.
- Omvormen. Aanvullen.
Wat is het verschil tussen Kolomsgewijs rekenen en cijferen?
Bij het kolomsgewijs rekenen worden de getallen onder elkaar gezet en met een vaste volgorde uitgerekend. De som wordt opgelost door van links naar rechts te werken. Bij het cijferend rekenen worden de getallen onder elkaar gezet en met een vaste volgorde uitgerekend.
Welke rekenproblemen zijn er?
Rekenproblemen
- Algemeen.
- Moeite met tellen.
- Moeite met automatiseren.
- Moeite met rekeninzicht.
- Moeite met ruimtelijke oriëntatie.
- Moeite met het werkgeheugen.
- Moeite met het werktempo.