Inhoudsopgave
Hoe koolplanten beschermen?
Om plantuitval door de maden van de koolvlieg te voorkomen, moeten koolplanten al voor het uitplanten beschermd worden. Biologische telers hebben hiervoor twee opties: afdekken of een plantbakbehandeling met Spinosad. Zowel een vliesdoek, klimaatnet als insectengaas schermen koolvliegen af.
Hoe bestrijd je koolvlieg?
Wat kan je doen?
- Dek meteen na het planten de kolen af met een insectengaas, zeker tijdens de legperiode in april en mei.
- Water geven bij droogte ontmoedigt de wijfjesvliegen om haar eitjes af te zetten.
- Een koolkraag leggen rond elke plant.
Hoe kolen beschermen?
Je kan je kolen beschermen tegen de koolvlieg door ze af te dekken met vliesdoek, insectengaas of een koolkraag. Wanneer je kolen plant voor begin april of na half juni heb je ook minder kans op aantasting door de koolvlieg. Met ECOstyle Vangplaten kan je de aanwezigheid van koolvlieg in je tuin monitoren.
Wat is een Koolkraag?
Koolkraag – kraag van kunststof of karton rond de voet van een kool, waardoor de koolvlieg daar geen eitjes kan leggen. Deze is gemakkelijk zelf te maken, maar is ook kant-en-klaar te koop. De koolvlieg legt haar eitjes één cm van de stam van de koolplant.
Wat te doen tegen koolwitje?
Afdekken, afleiden of vangen. Het hele groeiseizoen je koolbed afdekken met insectengaas, fijn vogelgaas of vezelvliesdoek kan ook. Oost-Indische kers trekt ook koolwitjes aan. De rupsen die daarop zitten, heb je dan toch niet meer op je kool of je kunt ze er makkelijker vangen.
Hoe ziet koolvlieg eruit?
De koolvlieg (Delia brassicae) is een kleine vlieg van ongeveer 4-7 mm lang. De witte eieren zijn ongeveer 1 mm lang. De larven kunnen tot 1 cm lang worden. Ze zijn geelwit van kleur en hebben geen pootjes.
Hoe groot is de koolvlieg?
Wat veroorzaakt Knolvoet?
Oorzaak
- gebrek aan vruchtwisseling, steeds kolen of andere kruisbloemigen kweken op hetzelfde perceel.
- op grond met een lage zuurtegraad (pH) komt de ziekte vaker voor.
- koolplanten raken vaker besmet op lichte dan op zware gronden.
- hoe vochtiger de grond hoe groter het besmettingsgevaar.