Inhoudsopgave
Wat voor bijen?
De meest voorkomende bijensoort is de honingbij. Anders dan de andere soorten zijn honingbijen het hele jaar aanwezig, dus ook in de winter. Ze leven in grote volken van ongeveer 10.000 bijen in de winter tot 40.000 in de zomer. In het volk leeft de koningin, een grotere bij die eitjes legt.
Waar komen bijen voor?
Bijen komen voor op ieder continent, met uitzondering van Antarctica, in alle ecosystemen waarin tweezaadlobbige planten groeien. Men onderscheidt onder andere eusociale bijen en solitaire bijen.
Welke bomen zijn goed voor bijen?
Een paar zeer goede soorten zijn, in volgorde van bloeitijd: de wilg, esdoorn, paardenkastanje, acacia en de linde. Deze bomen leveren veel stuifmeel en nectar die bijen voor hun bestaan nodig hebben. Daarnaast zijn er nog veel andere soorten en uiteraard mogen we ook de fruitbomen niet vergeten.
Wat kunnen bijen?
Zonder bijen geen kersentaart Veel planten in Nederland (80% van alle soorten) zijn voor hun bestuiving afhankelijk van insecten. Zo kunnen bloemen, fruit en planten groeien. En kun jij lekker genieten van een sappige appel, kersentaart of perenijsje.
Waar woont een bij in?
De honingbij komt voor in vrijwel alle mogelijke leefomgevingen, alleen op plaatsen waar het te koud is of juist te warm komt de soort niet voor. De enige uitzondering vormen dichtbegroeide bossen, hier zijn te weinig bloeiende planten voor de honingbij.
Waar komen bijen vandaan?
Bijen komen uit eitjes. De koningin legt die eitjes tijdens de zomerdagen. Ze legt wel 1500 tot 2000 eitjes per dag. Na drie dagen komen deze eitjes al uit.
Welke boom of struik is bijzonder geliefd bij imkers omdat honingbijen er veel stuifmeel vinden?
Laanbomen die veel nectar en stuifmeel bieden in het voorjaar zijn: gewone esdoorn, zoete kers, sierpeer, valse acacia, wilde lijsterbes, appel, kerspruim, pruim en gewone vogelkers. In de zomer kunnen deze aangevuld worden met tamme kastanje, winterlinde, zomerlinde en Hollandse linde.
Welke bomen zijn goed voor insecten?
Normaliter komen bij ons op eik, wilg en berk veel meer insecten voor dan op de exoten zoals acacia, paardenkastanje en plataan. Hoe lang een boomsoort of een boomgeslacht in de geologische geschiedenis in een bepaald gebied aanwezig is speelt een grote rol.