Inhoudsopgave
Wat zijn technische kapitaalgoederen?
Middelen zoals gebouwen, machines, voorraden en vorderingen die de ondernemer heeft aangeschaft om de onderneming te kunnen voeren. De kapitaalgoederen maken een belangrijk deel uit van het kapitaal.
Wat zijn vaste en vlottende kapitaalgoederen?
vlottend kapitaal = zijn kapitaalgoederen die één productieperiode meegaan. Kapitaal, Vlottend = Onder vlottend kapitaal verstaat men die productiemiddelen, waarin het vermogen voor een kortere periode dan een jaar is vastgelegd: voorraden (grondstoffen en / of gereed product), debiteuren, liquide middelen et cetera.
Wat zijn vaste kapitaalgoederen?
Kapitaalgoederen die meerdere productieprocessen meegaan. Op vaste kapitaalgoederen wordt meerdere jaren afgeschreven. De som van de vervangingsinvesteringen en de uitbreidingsinvesteringen vormen samen het vaste kapitaal.
Wat zijn vlottende investeringsgoederen?
goederen waarvan de aanschaffingswaarde niet meteen geheel wordt afgeboekt, maar in termijnen wordt afgeschreven en waarvan de boekwaarde jaarlijks op de balans wordt vermeld.
Welke kapitalen zijn er?
De verschillende kapitalen die welvaart voortbrengen zijn: het sociale kapitaal, het maatschappelijke kapitaal, het economische kapitaal, het kennis kapitaal, het aards kapitaal, het persoonlijke kapitaal en het digitale kapitaal.
Hoe heet het inkomen van bedrijfseigenaren?
– Inkomensbelasting = je betaalt deze belasting omdat je inkomen hebt. Werknemers betalen deze belasting over hun loon en bedrijfseigenaren over hun ontvangen winst en mensen met spaargeld over hun ontvangen rente.
Wat is het verschil tussen vlottende kapitaalgoederen en vaste kapitaalgoederen qua gebruik?
Vlottende activa (VLA) zijn bezittingen of middelen die gedurende een korte tijd (gedurende één productieproces) in een onderneming aanwezig zijn. Het tegenovergestelde van vlottende activa zijn vaste activa, die langdurig in een bedrijf aanwezig zijn.
Wat zijn vaste middelen?
Onder vaste activa (non-current assets of fixed assets) van een bedrijf worden de bezittingen verstaan waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn de gebouwen, inventaris, de machines en installaties, en de transportmiddelen.