Inhoudsopgave
Welk voornaamwoord is die?
De woorden die en dat zijn allebei voornaamwoorden. Het kan een betrekkelijk voornaamwoord of een aanwijzend voornaamwoord zijn. Vaak worden die en dat door elkaar gehaald.
Wat zijn verkorte Bezittelijke voornaamwoorden?
In sommige gevallen, vooral in de spreektaal, komen verkorte vormen van de bezittelijke voornaamwoorden voor. Mijn wordt bijvoorbeeld m’n en haar wordt bijvoorbeeld d’r. Een niet-zelfstandig aanwijzend voornaamwoord staat direct voor het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld dat in de zin: Ik lees dat boek.
Welke voornaamwoorden?
Overzicht: soorten voornaamwoorden
Soort voornaamwoord | Verwijst naar… |
---|---|
Bezittelijk voornaamwoord | De bezitter |
Wederkerend voornaamwoord | Het onderwerp in de zin |
Wederkerig voornaamwoord | Wederkerige relatie antecedent |
Aanwijzend voornaamwoord | Iets aanwijsbaars |
Wat zijn de verschillende voornaamwoorden?
Er zijn veel verschillende voornaamwoorden, namelijk: persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, wederkerige, aanwijzende, betrekkelijke, vragende en onbepaalde voornaamwoorden.
Wat is een betrekkelijk voornaamwoord?
betrekkelijk voornaamwoord : ‘Freya, die in groep 5 zit, leest al Harry Potter-boeken.’. bezittelijk voornaamwoord: ‘ Onze hond kan allerlei kunstjes.’. onbepaald voornaamwoord: ‘ Alle aanwezigen kregen een cadeautje.’. persoonlijk voornaamwoord: ‘Ben ik nou zo slim, of zijn jullie zo dom?’.
Wat zijn de voornaamwoorden van een onderzoek?
Voornaamwoorden komen dus in feite ‘in de plaats van’ een zelfstandig naamwoord. Ze hebben zelf niet echt betekenis; ze verwijzen naar woorden die wél betekenis hebben. Als je bijvoorbeeld schrijft over een onderzoek, kun je de voornaamwoorden het, dit of dat gebruiken om naar het woord onderzoek te verwijzen: ‘ Het is vorig jaar begonnen’
Wat is een voornaamwoord voor levende wezens?
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen meestal naar levende wezens. De vorm hangt af van persoon en getal (eerste, tweede of derde persoon, en enkelvoud of meervoud), van de functie in de zin (als het voornaamwoord het onderwerp van de zin is, is de vorm anders dan wanneer het een andere functie heeft), of de vorm benadrukt wordt of niet