Inhoudsopgave
Wat is de functie van begijnhof?
Een begijnhof is een verzameling van individuele en/of gemeenschappelijke woningen, huizen en conventen genoemd, van begijnen meestal in de nabijheid van een kapel of kerk en al dan niet omgeven door een muur met een of meerdere toegangspoorten.
Wie woont er in een begijnhof?
In dit stukje werelderfgoed leefden vroeger begijntjes, geëmancipeerde vrouwen die weliswaar leek waren, maar er toch een vroom en celibatair leven op na hielden. Vandaag wordt het Begijnhof bewoond door zusters van de Orde van Sint-Benedictus en alleenstaande Brugse vrouwen.
Hoe oud is het begijnhof?
Het begijnhof dateert uit de 13de eeuw. Tijdens de hoogdagen in de 17de eeuw woonden er zo’n 360 begijnen. Je vindt er een netwerk van straatjes, pleintjes, tuinen en parken, met tientallen huizen en conventen in traditionele zandsteen, alsook de Sint-Jan-de-Doperkerk.
Wat is het verschil tussen een non en een begijn?
Het grootste verschil tussen begijnen en nonnen heeft evenwel niets met vroomheid of het celibaat te maken, maar met de gelofte van armoede. “Begijnen moeten geen persoonlijke armoede beloven. Ze mogen bezittingen hebben. Zo had je rijke begijnen met een eigen huis in de begijnhoven.
Wat is een begijn?
Het begrip begijn heeft 2 verschillende betekenissen: 1) vrouw in een gelovige lekengemeenschap. vrouw die lid is van een rooms-katholieke lekengemeenschap waar men samenleeft als geestelijke zusters, zonder evenwel een kloostergelofte afgelegd te hebben.
Wat is het verschil tussen een begijn en een non?
“Begijnen zijn geen nonnen, nooit geweest”, zegt Felix. “Het gaat om alleenstaande vrouwen die ervoor kiezen om niet naar het klooster te gaan. Het grootste verschil tussen begijnen en nonnen heeft evenwel niets met vroomheid of het celibaat te maken, maar met de gelofte van armoede.
Wat is een begijntje?
begijntje, (blauw-) hoertje: Een doorgefoerneerde lellebel . Een aarts-tippelaarster, een begijntje.
Wat betekent begijnen?
Wat deden de begijnen?
De dagelijkse verrichtingen voor eigen onderhoud en dat van de gemeenschap waren verdeeld naar rang en kunnen. Bepaalde begijnhoven waren gespecialiseerd in diensten aan de lokale bevolking, zoals dat van Sint-Truiden, dat over een eigen bleekweide beschikte om de was die men er voor anderen deed te drogen.