Inhoudsopgave
Waar let je op bij het inbrengen van een infuus?
Stuw niet te lang, dat geeft een onaangenaam gevoel in de arm. Doe de stuwband niet te strak, de pols moet voelbaar blijven. Als het gebied waar je de infuusnaald wilt inbrengen erg behaard is, verwijder de overmatige haargroei dan.
Hoe weet je of een infuus goed zit?
Controleer of de canule goed zit: de vloeistof loopt gemakkelijk in, er is geen zwelling rond de insteekplaats en de cliënt heeft geen pijnklachten. Vóór het inbrengen van de canule. Verwijder voor het aanprikken zo nodig overmatige haargroei. Dat belemmert het zicht op het aan te prikken bloedvat1.
Waar prik je een Venflon?
Voor een 24 uurs continue infusie is de elleboogplooi niet zo handig. Niemand is te instrueren om de arm 24 uur per dag gestrekt te houden, zodat er geen occlusie (verhoogde druk doordat de vloeistof niet het bloedvat in kan). Een venflon op de hand, of liever nog op de onderarm, is dan een betere keuze.
Hoe werkt een infuuspomp?
Een infuuspomp is een kastje waarmee de vloeistof in de infuusslang wordt voortgestuwd. Een elektrisch oog registreert de druppelsnelheid en geeft een signaal af wanneer het aantal ingestelde druppels te hoog of te laag is.
Waar zit een infuus?
Een infuus is een slangetje dat in een bloedader is geplaatst. Het slangetje zit vast met een pleister, vaak op de bovenkant van de hand of op de onderarm. Het is verbonden met een zakje vloeistof. Via het slangetje loopt de vloeistof langzaam de ader in.
Kan een ader pijn doen?
Lokaal beperkt en pijnlijk. Doorgaans worden de oppervlakkige aderen getroffen (oppervlakkige flebitis). De ontsteking treedt vaak op bij spataderen in de benen, hoewel de aderen van de armen, en in zeldzame gevallen, van het gezicht en de hals ook getroffen kunnen worden.
Hoe lang mag een Insuflon blijven zitten?
Hoe lang kan de Insuflon blijven zitten? Dat varieert van 3 tot 5 dagen.
Hoe een infuus prikken?
Prik onder ongeveer 30 graden door de huid. Wacht dan 1 seconde en oriënteer je opnieuw op de vene. Die kan van plaats verschoven zijn bij deze patiënt. Als je weer weet waar de vene zit verklein je de aanprikhoek naar 15 graden en “schiet” de infuuscanule met hoge snelheid de vene in.