Inhoudsopgave
Wat is endocrinologie diabetologie?
Het centrum endocrino-diabetologie houdt zich bezig met de diagnostiek en medische behandeling van hormonale stoornissen. Patiënten kunnen er ook terecht bij overgewicht/obesitas, lipidenstoornissen en osteoporose. Het diabetescentrum is een belangrijk onderdeel van het centrum.
Waarom endocrinologie?
Als u een ziekte hebt die is ontstaan doordat u teveel of juist te weinig van een bepaald hormoon aanmaakt, dan kunt u voor diagnose, zorg en behandeling terecht op de polikliniek endocrinologie. Ook als u een aandoening hebt aan organen waar hormonen worden aangemaakt kunt u hier terecht.
Waarom noemen we de schildklier een endocriene klier?
Een hormoonklier heeft geen afvoergang. Het hormoon komt terecht in talrijke haarvaten, die door de hormoonklieren lopen. Daarom spreekt men van een endocriene klier, of klier ‘met inwendige afscheiding’. Het klierproduct komt terecht in het inwendig milieu, veelal het bloed.
Wat zijn de endocriene klieren?
(G., endo = binnen; krinoo = afscheiden), klieren zonder afvoerbuis. De gevormde produkten, hormonen, worden rechtstreeks aan bloed of lymfe afgegeven. Klieren hebben dus een interne secretie (inwendige afscheiding).
Wat is de ziekte van Cushing?
In het kort Bij het syndroom van Cushing heeft u te veel cortisol (stresshormoon) in uw lichaam. Verschijnselen zijn onder andere meer vet op de buik en nek, dunne armen en benen en minder spierkracht.
Wat is een endocriene ziekte?
Endocriene ziekten zijn ziekten van het hormoonstelsel, ook wel endocrien systeem genoemd. De tak van de geneeskunde die zich bezighoudt met deze ziekten, is de endocrinologie.
Welke organen behoren tot het hormoonstelsel?
Hun voornaamste functie is de productie van hormonen. De belangrijkste klieren van het hormoonstelsel zijn de hypofyse, de hypothalamus, de schildklier, de bijschildklieren, de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (pancreas), de bijnieren, de zaadballen en de eierstokken.
Welke klier is buisvormig?
De benaming “tubulo-alveolair” wordt gebruikt voor klieren en klierweefsels die beginnen als een buisvormige vertakking en uitmonden in een alveool. Voorbeelden van dergelijke klieren zijn de speekselklieren en de melkklier.