Inhoudsopgave
Hoe groot is een gemiddelde middelbare school?
Middelbare school: tussen de 5,7 en de 14,8 vierkante meter per leerling. Leerwegondersteuning: per leerling is er 0,7 (jaar 1 en 2) of 1,2 (jaar 3 en 4) vierkante meter extra, bovenop het standaard aantal vierkante meter. Speciaal basisonderwijs: 6,6 vierkante meter vloeroppervlak per leerling.
Wat is een kleinschalige school?
Op kleine scholen ontwikkelen leerlingen zich sociaal onvoldoende door het gebrek aan leeftijdsgenootjes. Door het kleine aantal leerlingen is de gelegenheid om met en van elkaar te leren beperkt. Een leerling van een kleine school is niet voorbereid op de massaliteit van een middelbare school.
Wat is kansenongelijkheid?
Definitie van kansenongelijkheid: een in Nederland als onrechtvaardig te beschouwen kans op sociale ongelijkheid. Anders gezegd: ongelijke uitkomsten vanuit gelijke startposities vinden we over het algemeen onwenselijk.
Hoe groot is een gemiddelde basisschool?
Gemiddelde groepsgrootte basisonderwijs In 2016 was de gemiddelde grootte van een groep in het basisonderwijs 23,4 leerlingen. In 2013, 2014 en 2015 was de gemiddelde groepsgrootte 23,3 leerlingen. In 2017 was dat 23,1 leerlingen en in 2018 23 leerlingen.
Wat is een kleine klas?
In een kleine klas is er meer persoonlijke aandacht per student. Bij Tio kennen de docenten en staf studenten gewoon bij naam. Dat maakt het onderwijs heel persoonlijk. Er is ruimte voor individuele begeleiding afgestemd op de persoonlijke behoeften van de student.
Waardoor ontstaat kansenongelijkheid?
Maar het is een combinatie van zaken. Zo is het diploma steeds belangrijker geworden, zijn er minder brede brugklassen, zitten leerlingen van verschillende niveaus minder vaak bij elkaar in de klas, en stellen scholen steeds meer ingangseisen als je wilt klimmen naar een ander niveau.
Wat betekent kansengelijkheid?
(juridisch) het beginsel dat iedereen met dezelfde talenten evenveel kans zou moeten kunnen maken op ontwikkeling hiervan onafhankelijk van sexe, maatschappelijke status etc.
Waarom moeten de klassen kleiner?
Ook uit andere wetenschappelijke studies blijkt dat substantieel kleinere klassen – van maximaal 21 leerlingen – leiden tot betere prestaties. In het primair onderwijs zijn experimenten uitgevoerd en daaruit blijkt dat grotere klassen – van 25 leerlingen – leiden tot kleinere positieve effecten.