Wat is de verleden tijd van vraag?
Vragen heeft sterke verledentijdsvormen: vroeg en vroegen. Het voltooid deelwoord van vragen is gevraagd. (1) Stefanie vroeg me gisteren of ik op haar kinderen wilde passen.
Heeft gegeven of hebt gegeven?
Het mag allebei. Uitleg: Het persoonlijk voornaamwoord ‘u’ drukte oorspronkelijk een derde persoon uit: ‘u heeft’. Maar tegenwoordig wordt ‘u’ veelal als tweede persoon enkelvoud aangevoeld (net als ‘jij’) en dan is het ‘u hebt’.
Hoe schrijf je ik heb gevraagd?
Gevraagd is hier een voltooid deelwoord. Eigenlijk staat er namelijk: Voor deze winkel wordt een verkoopster gevraagd.
Wat is het hele werkwoord van gevraagd?
Ik heb het hem gisteren gevraagd….Werkwoord.
stellend | |
---|---|
verbogen | gevraagde |
partitief | gevraagds |
Hoe maak je vragen met de verleden tijd van Be?
Vuistregels
- Om een vragende zin in de past simple te maken, gebruik je vaak een hulpwerkwoord.
- Vragen = did + onderwerp + hele werkwoord.
- LET OP: verleden tijd van het werkwoord to be (was, were)
- Was en were krijgen in vragen in de past simple deze hulpwerkwoorden niet.
- Vragen = was/were + onderwerp.
Heeft gegeven verleden tijd?
geven/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van geven | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | lang | |
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gegeven | hebben gegeven |
verleden (v.v.t.) | had gegeven | hadden gegeven |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gegeven hebben | zullen gegeven hebben |
Hebben gegeven of gaven?
Ook in deze klasse is er nog verschil tussen enkelvoud en meervoud van de verleden tijd, maar het deelwoord heeft hier een -e- in de stam: geven – gaf – gaven – gegeven.
Is het zegde of zei?
Zei en zeiden zijn standaardtaal in het hele taalgebied. Zegde en zegden zijn standaardtaal in België, maar ze worden er als formeel en schrijftalig beschouwd, en ze zijn er veel minder gebruikelijk dan zei en zeiden. In Nederland worden zegde en zegden als verouderd beschouwd.
Heeft gezegd verleden tijd?
zeggen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van zeggen | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | lang | |
tegenwoordig (o.t.t.) | zeg | zeggen |
verleden (o.v.t.) | zegde zei | zegden zeiden |
toekomend (o.t.t.t.) | zal zeggen | zullen zeggen |