Inhoudsopgave
Welke spieren flexie heup?
De iliopsoas en de rectus femoris zijn 2 spieren die ervoor zorgen dat we ons been kunnen opheffen (flexie of buigen).
Welke spieren maken Endorotatie heup?
De musculi adductor magnus en gracilis zijn ook endorotatoren, ze doen het dijbeen naar binnen draaien. De musculi pectineus, adductor brevis en obturatorius externus doen het dijbeen naar buiten draaien.
Waar in je lichaam vind beweging plaats?
Het skelet bestaat uit meer dan 200 verschillende soorten botten die samen ook weer gewrichten vormen. Door de gewrichten kunnen we bewegen. Sommige gewrichten hebben een grote bewegingsmogelijkheid zoals bijvoorbeeld een knie, sommige een minder grote bewegingsmogelijkheid denk aan de ribverbindingen.
Welke 3 assen onderscheiden we in anatomie?
We hebben drie assen waaromheen een beweging kan worden uitgevoerd: Sagittale as: deze as loopt van voor naar achter in het frontale vlak. Frontale as: deze as loopt van links naar rechts of van rechts naar links in het sagittale vlak. Longitudinale as: deze loopt van boven naar beneden in het transversale vlak.
Welke spieren zitten in de heup?
De belangrijkste spiergroepen van de heup zijn:
- De extensoren = bovenbeenstrekkers; vooral de gluteus maximus (grote bilspier)
- De abductoren = stabilisatie van het bekken en zwaaien het been naar buiten toe; vooral gluteus medius (middelste bilspier)
Welke spieren zijn Abductoren?
De extensoren = bovenbeenstrekkers; vooral de gluteus maximus (grote bilspier) De abductoren = stabilisatie van het bekken en zwaaien het been naar buiten toe; vooral gluteus medius (middelste bilspier) De exorotatoren = draaien het bovenbeen naar buiten; piriformis en obturatoriusspieren.
Waar zit de Gewrichtskom?
Het ene bot heeft een kogelvormig uiteinde de gewrichtskogel. Het andere bot heeft een komvormig uiteinde, de gewrichtskom. De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen. Om slijtage te voorkomen en de beweging te versoepelen, zijn beide uiteinden bedekt met een kraakbeenlaagje.
Waar zit je Zadelgewricht?
Tweeassige gewrichten Elk oppervlak heeft een bolle en holle kromming. Een voorbeeld van een zadelgewricht is het gewricht tussen de handwortel en het middenhandsbeentje van de duim (articulatio carpometacarpalis I).