Inhoudsopgave
- 1 Hoe weet je of een werkwoord regelmatig of onregelmatig is Frans?
- 2 Hoe herken je regelmatige werkwoorden in het Frans?
- 3 Hoe vervoeg je onregelmatige werkwoorden?
- 4 Hoe vervoeg je faire?
- 5 Hoe vervoegen in het Frans?
- 6 Wat is het verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?
- 7 Wat is het voltooid deelwoord van Etre?
- 8 Wat zijn de vervoegingen van Etre?
Hoe weet je of een werkwoord regelmatig of onregelmatig is Frans?
Veel voorkomende werkwoorden zijn echter vaak onregelmatig. Deze werkwoorden gaan niet volgens een bepaalde regel, maar moeten uit het hoofd geleerd worden….Werkwoorden | onregelmatig werkw.
Avoir | Hebben |
---|---|
Tu sais | Jij weet |
Il/elle sait | Hij/zij weet |
On sait | Men weet / we weten |
Nous savons | We weten |
Hoe herken je regelmatige werkwoorden in het Frans?
De stam van het werkwoord vind je door deze –er eraf te halen en vervolgens plak je de uitgangen er achteraan. Een voorbeeld is ‘habiter’ (wonen): j’ habite — ik woon.
Is Etre een onregelmatig werkwoord?
Avoir (hebben) en être (zijn) zijn twee erg belangrijke werkwoorden in het Frans. Het zijn onregelmatige hulpwerkwoorden. Dit betekent dat je ze nodig hebt in gewone zinnen, maar ook als je een speciale vorm zoals de passé composé wilt maken. Daarom is het handig om de vervoeging uit je hoofd te kennen.
Hoe vervoeg je onregelmatige werkwoorden?
Bij sterke werkwoorden (in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) ‘onregelmatige werkwoorden’ genoemd) verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en: lopen – liep – gelopen, wijzen – wees – gewezen, helpen – hielp – geholpen.
Hoe vervoeg je faire?
Vervoeging van faire
- je fais.
- tu fais.
- il/elle fait.
- nous faisons.
- vous faites.
- ils/elles font.
Wat is een regelmatig werkwoord in het Frans?
De drie soorten regelmatige werkwoorden zijn de werkwoorden die eindigen op -er, -ir en -re. Er: Plaats de uitgang achter de stam door -er van het hele werkwoord af te halen. Ir: Plaats de uitgang achter de stam door -ir van het hele werkwoord af te halen.
Hoe vervoegen in het Frans?
Werkwoordvervoegingen ; gebruik, uitzonderingen, voorbeelden, schema vervoegingen; werkwoorden
Tijd | Persoon | UITGANGEN |
---|---|---|
Tegenwoordige tijd (Présent) | je / j’ tu il/elle/on nous vous ils/elles | -e -es -e -ons -ez -ent |
Onvoltooid Verleden tijd (l’imparfait) | je / j’ tu il/elle/on nous vous ils/elles | -ais -ais -ait -ions -iez -aient |
Wat is het verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?
werkwoord dat bij de vervoeging* wisselingen van klinkers* en/of medeklinkers* vertoont. Als de vervoeging buiten de klinkerwisseling regelmatig verloopt, wordt een onregelmatig werkwoord ook sterk werkwoord genoemd. Daarnaast zijn er werkwoorden als zijn en hebben die niet volgens regels vervoegd worden.
Hoe maak je passe compose?
Je hebt een hulpwerkwoord nodig (hebben of zijn) en een voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord (avoir/être) is altijd vervoegd. Dus de passé composé = hulpwerkwoord + voltooid deelwoord. Je maakt het voltooid deelwoord door er van het hele werkwoord af te halen en dan een é achter de stam te plakken.
Wat is het voltooid deelwoord van Etre?
Het voltooid deelwoord wordt met être vervoegd
il est allé | hij is gegaan |
---|---|
elle est allée | zij is gegaan |
nous sommes allé(e)s | wij zijn gegaan |
vous êtes allé(e)(s) | jullie zijn gegaan/u bent gegaan |
ils sont allés | zij zijn gegaan |
Wat zijn de vervoegingen van Etre?
Vervoeging van être
- je suis.
- tu es.
- il/elle est.
- nous sommes.
- vous êtes.
- ils/elles sont.