Inhoudsopgave
Wat zijn voorkeuren?
voorkeur – Zelfstandignaamwoord 1. de neiging tot kiezen van het één boven het ander ♢ Mijn voorkeur gaat uit naar de eerste mogelijkheid.
Wat is een andere naam voor een voorkeursplaats?
Een toponiem is een plaatsnaam (uit Oudgrieks, τόπος = plaats, ὄνομα = naam). De studie van de toponiemen heet de toponymie.
Wat is de voorkeur geven aan?
prefereren (ww) : de voorkeur geven aan, opteren voor, verkiezen.
Is het bijvoorkeur of bij voorkeur?
bij voorkeur → best, better.
Wat betekent persoonlijke voorkeur?
de neiging tot kiezen van het één boven het ander Mijn voorkeur gaat uit naar de eerste mogelijkheid.
Wat betekent wegdragen?
wegdragen – onregelmatig werkwoord uitspraak: weg-dra-gen 1. dragend ergens anders heen brengen ♢ het beeld werd weggedragen door twee sterke mannen 1.
Wat is een ander woord voor obstakel?
hindernis (zn) : barrière, belemmering, beletsel, drempel, handicap, hinderpaal, hobbel, horde, impediment, klip, moeilijkheid, obstakel, rem, sta-in-de-weg, struikelblok, struikelsteen, verhindering, versperring.
Wat is een ander woord voor plaats?
dorp, lokaliteit, mokum, oord, stad, stede, stee. plaats (zn): ligging, locatie, positie, punt, stek, stekkie.
Hebben de voorkeur?
neiging tot kiezen van het één boven het ander.
Heeft de voorkeur?
keuze boven iets anders; bij voorkeur, het liefst. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: voorkeur (zn): begunstiging, pre, prioriteit, voorkeursbehandeling, voorrang.
Wat is een voorkeur?
keuze die je het liefst zou maken Voorbeelden: `Ik heb een voorkeur voor de blauwe. `, `Haar voor… electief = • [medisch] verkozen, voorkeur hebbend. limnofiel = limnofiel:zich bij voorkeur in binnenwateren ophoudend.
Wat is een preferentie?
Preferentie of voorkeur is een ordening van het geluk, de tevredenheid, de bevrediging, het genot of het nut die consumptie van deze goederen de consument leveren.
Wat betekent een verkleinwoord?
Een verkleinwoord (of: diminutief) is een vorm van een zelfstandig naamwoord die wordt afgeleid met het achtervoegsel (diminutiefsuffix) -(e)tje, -je, -pje, -kje (vooral in dialecten ook -(e)ke en -ske).