Wat is rijden in verleden tijd?

Wat is rijden in verleden tijd?

rij / rijd, rijdt. reed, reden. gereden.

Wat is de persoonsvorm van rijden?

In de hij-vorm schrijf je de d van het hele werkwoord wel altijd: houden – ik hou – hij houdt; snijden – ik snij – hij snijdt; rijden – ik rij – hij rijdt.

Is het Ik rijd of ik rij?

Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Ik rij / ik rijd nooit onder invloed.

Hoe schrijf je rijd voorzichtig?

gebiedende wijs: rij / rijd voorzichtig naar beneden!

Wat is een ander woord voor rijden?

Rijden = 1) Auto besturen 2) autorijden 3) Berijden 4) Besturen 5) Chaufferen 6) Doen voortbewegen 7) Een voertuig besturen 8) In een gelid scharen 9) Karren 10) Koersen 11) Manier van reizen 12) Met een voertuig voortbewegen 13) Op w…

Is bekeurd?

[ov] het opleggen van een boete voor een wetsovertreding.

Wat is het voltooid deelwoord van vermijden?

vermijden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van vermijden
onbepaalde wijs kort
onvoltooid toekomend zullen vermijden
voltooid tegenwoordig hebben vermeden
toekomend vermeden zullen hebben

Is het Ik hou of ik houd?

Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.

Is het Reed of reedt?

rijden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van rijden
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) rijd / rij rijdt
verleden (o.v.t.) reed reedt
toekomend (o.t.t.t.) zal rijden zult rijden

Is het Rij voorzichtig of rijd voorzichtig?

Het zijn werkwoorden waarvan de ik-vorm op een d eindigt, voorafgegaan door een tweeklank: uitglijden: glijd niet uit, glij niet uit. houden: houd je vast, hou je vast. rijden: rijd voorzichtig, rij voorzichtig.

Wat is een ander woord voor iemand die snel rijdt?

Uitspraak: [`hɑrtrɛidər] Verbuigingen: hardrijder|s (meerv.) iemand die snel rijdt Voorbeelden: `een wedstrijd voor hardrijders op de schaats`, `boete rijder 6) hardrijder 7) Motorrenner 8) Racer 9) Racer op een motor 10) Renner 11) Rijder 12) Rijwielhardrijder 13) Sportbeoefenaar 14) Sportman 15) Wielrenner…

rijd jij/je?…Alle vervoegingen van het werkwoord rijden.

imperfectum – verleden tijd
ik jij, je u hij zij, ze het men reed
zij, ze wij, we jullie reden

Het beste antwoord. Het werkwoord is rijden De stam is rijd ik rijd. hij rijdt en jullie rijden Ik rij is een spraakgebrek, waar niet iedereen het mee eens zal zijn.

Wie rijd of wie rijdt?

Simpel gezegd: het werkwoord zonder de –n of de –en. Dus in het geval van rijden is dat rijd. En juist doordat dat hetzelfde klinkt als rijdt (of zelfs als rijt), ontstaat de verwarring. Bijvoorbeeld ook bij ‘onthouden’ en ‘opladen’.

Hebben gereden of zijn gereden?

Bewegingswerkwoorden, zoals rijden, fietsen en lopen, kunnen de handeling aangeven, maar ook de richting van de beweging. Als het om de handeling gaat, het resultaat of de ontstane situatie, gebruiken we hebben. Als het om de richting gaat, gebruiken we zijn: Wij hebben drie uur gereden.

Is het rijden of rijden?

In rijden kan hier het best los worden geschreven. Of combinaties van een voorzetsel (in, over, aan, uit) en een werkwoord één woord vormen, hangt af van de betekenis.

Is het Ik rij of ik rijd?

Is het je rijd of je rijdt?

Antwoord. U rijdt is correct.

Hoe schrijf je ik rijd?

Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal.

Hebben of zijn gevlogen?

vliegen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van vliegen
onbepaalde wijs
tegenwoordig (v.t.t.) heb gevlogen hebt gevlogen
verleden (v.v.t.) had gevlogen had gevlogen
toekomend (v.t.t.t.) zal gevlogen hebben zal/zult gevlogen hebben

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven