Inhoudsopgave
- 1 Welke verschillen zijn er tussen dierlijke en plantaardige cellen?
- 2 Hebben dierlijke cellen een celkern?
- 3 Hoe herken je een plantaardige cel?
- 4 Welke stoffen nemen dieren in hun cellen op?
- 5 Waarom hebben dieren geen celwand?
- 6 Hebben dierlijke cellen Plastiden?
- 7 Wat zijn de Celkenmerken van planten?
- 8 Wat zit er tussen het celmembraan en de celwand?
Welke verschillen zijn er tussen dierlijke en plantaardige cellen?
Het verschil tussen een plantaardige en dierlijke cel bij osmose naar binnen, is dat bij de plantaardige cel het water wordt opgeslagen in de grote vacuole. De cel kan maar in beperkte mate opzwellen. De celwand kan niet verder rekken. Een dierlijke cel heeft geen celwand en dus ook geen turgor.
Hebben dierlijke cellen een celkern?
De celkern of nucleus is het door een membraan omsloten deel van een cel waarin het genetisch materiaal (DNA) is opgeslagen. Organismen die een celkern bevatten, worden ingedeeld bij de eukaryoten: de planten, dieren, schimmels en protisten.
Hoe herken je een plantaardige cel?
Een plantaardige cel is een cel zoals die bij planten voorkomt. Zo’n cel bestaat van buiten naar binnen uit een celwand, een membraan, een laagje cytoplasma en een vacuole: de grote, centrale ruimte die gevuld is met water en opgeloste stoffen. Men kan de cel vergelijken met een opgepompte voetbal.
Hoe groot zijn dierlijke en plantaardige cellen?
Zowel plantencellen als dierlijke cellen variëren enorm in hun grootte. De grootte van dierlijke cellen is zeer variabel; de kleinste dierlijke cellen zijn ongeveer 4 µm in diameter, de grootste – bijv. de dooier van een vogelei – enige centimeters. De cellen van planten lopen in vorm en grootte sterk uiteen.
Welke structuren zijn verschillend bij plantaardige cellen onderling?
Een jonge plantaardige cel bevat alleen nog maar een cytoplasma, proplastides, kleine vacuoles, een celkern en een celwand. Een wat oudere plantaardige cel bevat bovengenoemde dingen en dan ook nog intercellulaire ruimtes, vacuolemembraan, chloroplasten, kernmembraan, kernplasma en een celmembraan.
Welke stoffen nemen dieren in hun cellen op?
Dieren en planten slaan hun voedingstoffen op in de vorm van suikers en vetten maar voordat deze kunnen worden gebruikt om energie te geven moet er eerst iets met de suikers en vetten gebeuren. De mitochondriën veranderen deze in ATP, dit is het stofje dat planten en dieren gebruiken om al hun werk te doen.
Waarom hebben dieren geen celwand?
Dierlijke cellen hebben geen celwand, maar alleen een celmembraan. De celwand is goed doorlaatbaar voor water met opgeloste stoffen, maar wanneer op de celwand nog een cuticula aanwezig is, zoals bij epidermiscellen van planten, dan wordt watertransport door de celwand sterk tegengegaan.
Hebben dierlijke cellen Plastiden?
Met de naam plastide (Grieks: πλαστός; plastós: gemodelleerd) wordt een groep van organellen aangeduid, die alleen in cellen van eukaryoten zoals planten en algen voorkomen.
Welke rijken hebben een celmembraan?
Hiermee bedoelen we de dieren, planten, bacteriën en de schimmels. Deze term is een beetje ouderwets, maar wel heel handig als je het hebt over cellen.
Hebben alle plantencellen een celmembraan?
De celmembraan geeft de cel zijn vorm en ook een beetje bescherming. Een celmembraan bestaat zelf uit fosfolipiden en eiwitten. Zowel dierlijke als plantaardige cellen hebben een celmembraan.
Wat zijn de Celkenmerken van planten?
– In afbeelding 7 zie je de celkenmerken van organismen uit de verschillende rijken. Dieren: – geen celwand; – wel een celkern; – geen bladgroen korrels. Planten: – wel een celwand; – wel een celkern; – wel bladgroenkorrels. Schimmels: – wel een celwand; – wel een celkern; – geen bladgroenkorrels.
Wat zit er tussen het celmembraan en de celwand?
Water gaat via de celwand en de celmembraan en de vacuolemembraan de cel in. De cel heeft turgor. De celmembraan zit tegen de celwand aan. Het water buiten de cel wordt vervangen door een zout bijvoorbeeld 10% kaliumnitraat.