Inhoudsopgave
Wat betekent erop nahouden?
tijd ) Vervoegingen: heeft nagehouden (volt. deelw.) met `erop`: iets bezitten (meestal afkeurend bedoeld) Voorbeelden: `een rare gewoonte erop nahouden`, `zij hield er wel 10 mannen op na`, “erop nahouden`…
Is erbij 1 woord?
We schrijven erbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erbij kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Waaraan aan wat?
We schrijven waaraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.
Is daar een voorzetsel?
De bijwoorden er, daar, hier en waar schrijf je meestal vast aan het voorzetsel dat erachter staat (zie punt 3 voor uitzonderingen). Die combinatie van er + voorzetsel verwijst dan naar iets in de zin of de context. ‘Er/daar/hier/waar + voorzetsel’ betekent iets als ‘voorzetsel + dat/dit/wat’.
Kunnen bijzijn?
het bijzijn zelfst. naamw. ”in het bijzijn”: in aanwezigheid van iemand Voorbeeld: `In het bijzijn van vrijwel alle ouders zongen de kinderen van het kinderkoor een kerstlied op het toneel.
Waarmee of waar mee?
Om naar personen te verwijzen, is zowel met wie als waarmee correct. Het is aan te bevelen om in formele schrijftaal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, met wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
Hoe staat het ervoor of er voor?
Correct is: Ik zal ervoor zorgen. Ervoor is een voornaamwoordelijk bijwoord. Het kan vervangen worden door voor + een naamwoord (bijvoorbeeld voor de planten).
Wat vind je daarvan of daar van?
We schrijven daarvan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. In andere gevallen schrijven we daar van in twee woorden.
Hoe weet je wat een voorzetsel is?
Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens… achter te zetten. voor de kast, op de kast, achter de kast…
Wat is een voorzetsel in een zin?
Voorzetsels drukken de relatie uit tussen de woordgroep waar het voorzetsel deel van uitmaakt en een ander element in de zin. Voorbeelden van voorzetsels zijn aan, achter, bij, op en voor: De pen ligt op de tafel. Ik ga met de trein naar mijn werk.
Zal er bijzijn?
Het beste antwoord Ik zal erbij zijn. We schrijven erbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Ik zal erbij zijn: ik zal bij de vergadering aanwezig zijn.
Wat betekent in het bijzijn van?
”in het bijzijn”: in aanwezigheid van iemand Voorbeeld: `In het bijzijn van vrijwel alle ouders zongen de kinderen van het kinderkoor een kerstlied op het toneel.