Inhoudsopgave
Wat betekent zei?
Zei is de verleden tijd van zeggen. Letterlijk: “zegde”.
Wat denkt zei?
Als je denkt dat iemand (A) niet naar een ander (B) luistert, vraag je hem: “Wat zei B net?”, of “Kun je samenvatten wat B zei?” Pas nadat A e.e.a. heeft samengevat, mag hij door met zijn eigen punt. Als A toegeeft dat hij eigenlijk helemaal niet geluisterd heeft, laat je B zijn verhaal nog een keer doen.
Wat is het meervoud van zij?
In het meervoud kan zij alleen naar personen verwijzen. Naar niet-personen kan alleen worden verwezen met de onbeklemtoonde vorm ze of met het beklemtoonde die.
Wat daar ook van zij betekenis?
In vuur en Vlaam (wat er ook van zij) leenvertaling van fr “quoi qu’il en soi”, zelfde betekenis, dus AN “hoe dan ook”, “hoe je het ook keert of wendt”.
Wat hier verder ook van zei?
als synoniem van een ander trefwoord: hoe dan ook (bw) : hoe het ook zij.
Wat zij die?
die – Aanwijzend voornaamwoord 1. wijst iets of iemand aan dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de spreker bevindt 2. :((m) enkelvoud) Die auto scheurt tegen een ongehoorde snelheid over de autosnelweg.
Wat hier ook van zei?
Wat vind je ervan Of wat vindt je ervan?
In de tweede persoon enkelvoud komt er een t achter de stam (vind). Je krijgt dan: u vindt. Ook wanneer het onderwerp u ná het werkwoord komt, schrijven we een t achter de stam: wat vindt u van de nieuwe minister?
Hebben zij dat gedaan?
Veel mensen vinden een zin als ‘Hun hebben dat gedaan’ zelfs een verschrikkelijke fout, niet alleen in de schrijftaal, maar ook in de spreektaal. ‘Zij hebben dat gedaan’ is wél juist. Als er minder nadruk op de genoemde personen ligt, is ze heel gebruikelijk: ‘Ze hebben dat allang gedaan.
Is zij een zelfstandig naamwoord?
Zij, met als onbeklemtoonde nevenvorm ze, is in het Standaardnederlands het persoonlijk voornaamwoord van zowel de derde persoon enkelvoud vrouwelijk als de derde persoon meervoud voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Etymologisch is zij te herleiden tot het Oudnederlandse sie of sia.
Wat hier ook van zij?
Wat daar ook van zij of zei?
Juist is: het zij zo. Zij is hier een vorm van het werkwoord zijn; het is een zogeheten aanvoegende wijs, die vaak een wens, een aansporing/aanwijzing of een (gevoel van) toegeving/berusting uitdrukt. ‘Het zij zo’ is een uiting van berusting: ‘het is niet anders; we moeten het ermee doen’.