Inhoudsopgave
Hoe houdt ze het vol?
Een andere basisregel is het plaatsen van de –t achter de stam wanneer het onderwerp de hij-, zij- of het-vorm heeft. ‘ In de hij-, zij- of het-vorm pak je dus de stam (houd) en daar plak je een –t achter. Dan ontstaat het woord ‘houdt’.
Is het houdt u of houd u?
U is als onderwerp gaan fungeren en dat leidde tot stam + t. Ook in ‘Houdt u toch uw hoofd erbij! ‘ is daarom stam + t juist: houdt. Je kunt het verschil tussen houd en houdt weliswaar niet horen, maar een werkwoord als houden wordt hetzelfde behandeld als een werkwoord als gaan.
Waar ik van hou of houd?
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
Hoe lang hij het volhoudt?
houd vol jij/je?…Alle vervoegingen van het werkwoord volhouden.
presens – tegenwoordige tijd – bijzinvolgorde | |
---|---|
dat jij, je | volhoudt |
dat u | volhoudt |
dat hij dat zij, ze dat het dat men | volhoudt |
dat zij, ze dat wij, we dat jullie | volhouden |
Hoe schrijf je dat houd in?
staat in de gebiedende wijs. De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t.
Hoe schrijf je houd?
Antwoord. Zowel Ik hou van zingen als Ik houd van zingen is correct. In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Is het houd?
De algemene regel voor gebiedende wijs is dat je de stam (in dit geval ‘houd’) gebruikt, zónder ’t’. Vroeger kwam die ’t’ erachter als het gebiedende wijs meervoud was, maar dat onderscheid wordt niet meer gemaakt. De enige uitzondering is als direct achter de gebiedende wijs ‘u’ (dus niet ‘uw’) staat.
Is het vind jij of vindt jij?
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w). Als je vervangen kan worden door jij, is je het onderwerp.
Is het Ik hou van jullie of ik houd van jullie?
Hou en houd zijn allebei goed. ‘Ik hou niet van kerstliedjes’ is het gewoonst. In formele uitingen is het gebruikelijk om de d van houd wel te schrijven; de meeste mensen vinden ‘Houd uw stad schoon’ wat verzorgder dan ‘Hou uw stad schoon.
Is het Ik rijd of ik rij?
Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal.
Heeft volgehouden?
tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft VOLGEHOUDEN (volt. deelw.) Toon alle vervoegingen 1) blijven doen wat je begonne…
Hoe schrijf je houd je in beweging?
Dat klinkt misschien een beetje technisch en schoolmeesterachtig, maar het komt hierop neer: je schrijft ik houd (zonder ‑t) en jij/je/u/hij/zij/het houdt (met ‑t). Maar let op! Bij jij en je schrijf je de ‑t wel als het werkwoord ná het onderwerp in de zin valt, maar niet als het ervoor komt.
Een andere basisregel is het plaatsen van de –t achter de stam wanneer het onderwerp de hij-, zij- of het-vorm heeft. Bij het werkwoord ‘houden’ is de stam ‘houd. ‘ In de hij-, zij- of het-vorm pak je dus de stam (houd) en daar plak je een –t achter. Dan ontstaat het woord ‘houdt’.
Hoe schrijf je houd je aan de regels?
Houd u aan de regels! (u = hier ‘uzelf’, niet het onderwerp u)
Is het houdt vol of houd vol?
Onze Taal schrijft er het volgende over: In teksten met een informele toon gaat de voorkeur uit naar hou, net als in de spreektaal. In iets zakelijker teksten en in formele uitingen is het gebruikelijk om de d van houd wel te schrijven. Houd komt wat netter en verzorgder over dan hou.
Wat is verleden tijd enkelvoud?
Als de persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd staat, dan gebruik je +te(n) of +de(n). Eerst pak je dus de stam (ik-vorm) en daar zet je +te of +de achter. Daarna kijk je of het werkwoord in het meervoud of het enkelvoud staat, bij meervoud zet je er ook nog een ‘n’ achter.