Inhoudsopgave
Wat is het Naamwoordelijk gezegde Juf Melis?
Bij een naamwoordelijk gezegde koppelt het koppelwerkwoord het onderwerp aan het naamwoordelijk deel. Het naamwoordelijk deel is dus een kenmerk of eigenschap van het onderwerp, meestal is het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord.
Welke vraag stel je om het Naamwoordelijk gezegde te vinden?
Het is hier gewoon een werkwoord. Naamwoordelijk gezegde (nwg). Zoek eerst de persoonsvorm en het onderwerp. Zoek het gezegde….Wat is het naamwoordelijk gezegde (nwg)?
Zin | Gezegde; nwg / wwg? | |
---|---|---|
De juf schijnt leuk te zijn. | → | schijnt leuk te zijn = nwg |
De juf schijnt met de zaklamp. | → | schijnt = wwg |
Wat is een Naamwoordelijk gezegde voorbeeld?
Het naamwoordelijk gezegde geeft een toestand aan: het onderwerp is/ wordt/ blijft/ blijkt/ lijkt/ schijnt/ heet iets. De jongen is koning. Het proefwerk is moeilijk. Dat meisje wordt later tandarts.
Wat is het NG?
Het naamwoordelijk gezegde is een combinatie van een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel. Het koppelwerkwoord koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp. Het naamwoordelijk deel geeft een eigenschap aan van het onderwerp.
Wat is het Werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Het werkwoordelijk gezegde is de persoonsvorm en alle andere werkwoorden in een zin. Als het werkwoordelijk gezegde uit meer werkwoorden bestaat, is de persoonsvorm altijd een hulpwerkwoord. Als er in de zin maar één werkwoord staat, is de persoonsvorm ook het werkwoordelijk gezegde.
Hoe vind je het MV?
Zoek eerst de persoonsvorm, het onderwerp, het gezegde en het eventuele lijdend voorwerp in de zin. Zet Aan wie of Voor wie voor het onderwerp, het gezegde en het eventuele lijdend voorwerp. Staat het woord -aan of het woord -voor in een zin, dan weet je al dat er een meewerkend voorwerp in de zin zit.
Wat is het NWG?
Het naamwoordelijk deel van het gezegde of ook: het predicaat, is een uitdrukking die via een koppelwerkwoord gelijkgesteld of vergeleken wordt met het onderwerp. Het naamwoordelijk deel bestaat, zoals de naam al zegt, vaak uit een naamwoord al of niet met toebehorende lidwoorden en verdere bepalingen.
Wat is Werkwoordelijk gezegde voorbeeld?
Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die bij elkaar horen. De persoonsvorm is dus ook een onderdeel van het gezegde. voorbeeld: Vanmorgen heb ik een glas laten vallen.
Waarom een Naamwoordelijk gezegde?
Wel, denk altijd vanuit het basisprincipe: het naamwoordelijk gezegde is wat je bent. Vraag je dus af: als zij gebeld wordt, gaat dat dan om iets wat zij is, of straks zal zijn? Of gaat het meer om wat iemand gedaan heeft (haar bellen)? Dan zul je in dit geval makkelijk besluiten tot het laatste.
Hoe vind je een WWG?
Hoe kan je een Werkwoordelijke gezegde vinden?
Het werkwoordelijk gezegde bestaat alleen maar uit werkwoorden. Het bestaat uit de persoonsvorm en/of meer andere werkwoorden.