Inhoudsopgave
Wat is het geslacht van een woord?
Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen in het enkelvoud het lidwoord de, onzijdige woorden het lidwoord het. Elk zelfstandig naamwoord behoort tot een van die categorieën, maar sommige woorden kunnen meer dan één woordgeslacht hebben.
Is de bank mannelijk of vrouwelijk?
Het woord bank (“bank, de”) is een van de woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, net als bloem, kin en stad. Deze woorden zijn veelal van oorsprong vrouwelijk, maar werden in de loop der tijd steeds meer als mannelijk ervaren. In het Groene Boekje van 1954 werd bij deze woorden nog “v. (m.)” vermeld.
Welke woorden de en het?
Twijfel je nog welke woorden “de” krijgen en welke “het”? Dan kun je denken aan “de man”, “de vrouw” en “het onzijdige woord”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen namelijk “de” en onzijdige woorden combineer je met “het”.
Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Duits?
In het Duits zijn zelfstandige naamwoorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Bij mannelijke woorden is het lidwoord ‘der’, bij vrouwelijke woorden ‘die’ en bij onzijdige woorden ‘das’.
Is Golf mannelijk of vrouwelijk?
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | golf | golven |
verkleinwoord | golfje | golfjes |
Wat is de betekenis van een bank?
Een bank is een gebouw, instelling of onderneming waar men geldzaken kan regelen. Het is tevens een meubel waar men met meerdere mensen op kan zitten. Een bank is een instelling die geldzaken regelt.
Hoe weet je of het de of het is?
Voor mannelijke en vrouwelijke woorden komt namelijk altijd de, voor onzijdige woorden altijd het. Soms hebben woorden twee geslachten, bijvoorbeeld én mannelijk én vrouwelijk, of én vrouwelijk én onzijdig. Als het woord én onzijdig is én daarnaast mannelijk of vrouwelijk, kun je kiezen of je er de of het voor zet.
Welk lidwoord voor verkleinwoord?
Is het de of het verkleinwoord In de Nederlandse taal gebruiken wij het verkleinwoord.